Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
VD2014 online: gewestelijk
WNT: < dop
Tol, inzonderheid priktol of taatstol. In Z.-Ndl., vooral in Brabant en Limburg, ook te Antwerpen.
- Het Kint moet poppen, doppen, hoepen, Is beeldt als ’t speelt, van hooger aerdt, v. d. born, Sedigh Leven 69.
Met een dop spelen dat was heel stoer vroeger. Zeker als meisjes em sneller en langer konden laten draaien.
scheel, deksel van een pot, een pan, een bus, een bokaal
Als de patatten zooien dan leggen we de top een klein beetje schuin op de kookpot, zodat de damp ontsnapt en ze niet kunnen overkoken.
De top van die glazen bokaal zit weer potvast.
WNT: < dop
Tol, inzonderheid priktol of taatstol. In Z.-Ndl., vooral in Brabant en Limburg, ook te Antwerpen.
- Het Kint moet poppen, doppen, hoepen, Is beeldt als ’t speelt, van hooger aerdt, v. d. born, Sedigh Leven 69.
Met een dop spelen dat was heel stoer vroeger. Zeker als meisjes em sneller en langer konden laten draaien.
- tol, draaitol, top
- pindop, dop
WNT:
oorsprong: Mnl. taetse, ofr. dial. tache, waarvan men den oorsprong in het Germ. zoekt.
- Spijker met een grooten kop.
- Metalen punt, aan verschillende voorwerpen aangebracht; in ’t bijzonder een stalen tap waarop een verticale as in een holte (taatspot) draait.
Taatstol: ”De met een of meer taatsen versierde top heet taatstol” (de cock en teirl., Kindersp. 5, 144 (1905))
Taatstop: hetzelfde als Taatstol (de bo (1873): ”ta(a)tsetop, tetsetop”)
Taats:
Als den tots bijna was uitgedraaid, dan zei mijn grootmoeder altijd: ‘Zie dien tots draaien, dien draait zo zot als een achterdeur (achterdeur, zo zot als een ~).’ En dan lachte ze…
tol, draaitol, top
vgl pindop, dop
WNT:
oorsprong: Mnl. taetse, ofr. dial. tache, waarvan men den oorsprong in het Germ. zoekt.
- Spijker met een grooten kop.
- Metalen punt, aan verschillende voorwerpen aangebracht; in ’t bijzonder een stalen tap waarop een verticale as in een holte (taatspot) draait.
Taatstol: ”De met een of meer taatsen versierde top heet taatstol” (de cock en teirl., Kindersp. 5, 144 (1905))
Taatstop: hetzelfde als Taatstol (de bo (1873): ”ta(a)tsetop, tetsetop”)
Taats:
Als den tots bijna was uitgedraaid, dan zei mijn grootmoeder altijd: ‘Zie dien tots draaien, dien draait zo zot als een achterdeur (achterdeur, zo zot als een ~).’ En dan lachte ze…
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.