Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
onkruid, ongedierte; onbetrouwbaar volk, tuig
lokale uitspr. “vaulichèts”
in oostelijk Limburg heeft “vaul” ook de (oudere) connotatie “lui”.
’t Wiëdt tijd dat ve den hoëf nog èns onder haan pakke, de vaulighèts kimp dich on de brier tiëge (het wordt tijd dat we de tuin nog eens onder handen nemen, het onkruid komt je aan het hek tegemoet).
Haag dich mèt daaj vaulighèts mêr nie op! (je mijdt dat gajes beter)
lapjeskat
Ons moe heeft een schoon sint-annekenskatje gekregen van de geburen.
kerel, vent, vooral spottend
schertsfiguur, mooierd, ‘ook eentje’
vgl. ook cadet
Gij zijt nogal ne kadee. Uwe gsm ergens neergelegd en nu maar zoeken waar.
Das “kadee”: dat zit toch goed
Deze uitdrukking is nu wel in onbruik geraakt.
Jongen, zoals jij ervoor staat… is alles toch in kannen en kruiken!
Joenge, gelakas gij derveur sto, das toch “kadee”!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.