Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- speelgoed
- stukje lood in de vorm van een voetje waar kinderen een spel mee spelen. De pekkels werden omhoog geworpen en weer opgevangen; naargelang werden punten verdiend
syn. bikkel
zie ook pekkelen
- gaan we pekkelen? vroeg de jongen, je mag met mijn pekkels spelen, Smedtje heeft ze voor mij gemaakt
- in Roeselare was er een smid (smedtje) die de pekkels handmatig vervaardigde
Stamt af van het engelse woord pull-over. Kledingsstuk dat men over het hoofd trekt, meestal een trui.
Turnhout: boy
Het is te warm hier binnen ik trek mijne plover uit.
een uitbrander krijgen of geven
dit wordt ook gezegd: iemand zijn vet geven
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
Onze Jan had beloofd om om 11 uur thuis te zijn, maar hij kwam er pas om 1 uur door. Die heb ik eens ferm z’n saus gegeven. Lang geleden dat ik die nog zo z’n vet heb gegeven.
Roger, van hierneffe had van Liliane naar zijn saus gekregen. Hij was met maten te lang blijven hangen op ’t café.
een uitbrander krijgen of geven
dit wordt ook gezegd: iemand zijn vet geven
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
Onze Jan had beloofd om om 11 uur thuis te zijn, maar hij kwam er pas om 1 uur door. Die heb ik eens ferm z’n saus gegeven. Lang geleden dat ik die nog zo z’n vet heb gegeven.
Roger, van hierneffe had van Liliane naar zijn saus gekregen. Hij was met maten te lang blijven hangen.
1) eigenaardig, vreemd, zonderling, raar
uitdrukking:
aardig varen: iets raars tegenkomen, slecht van iets bekomen
2) ongemakkelijk, misselijk, mottig, aardig, zich ~ voelen
uitdrukking:
aardig zijn: u niet zo goed voelen, u misselijk voelen, braakneigingen hebben.
> aardiger, aardigst
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
WNT:
1) Eigenaardig, van een bijzonderen aard, gewoonlijk in ongunstigen zin. In die pregnante ongunstige bet. ”een vreemden aard hebbende”, die in het Vlaamsch nog de gewone is, komt het al bij a. bijns (Anna Bijns, 16de E.) voor.
Vreemd, raar, onaangenaam. Gewestelijk, inz. in het Zuiden.
Myn hart klopt zoo aerdig; myne oogen steken zoo pynlyck, consc., Lot. 129 (1850).
2) Onpasselijk, misselijk (rutten (1890); corn.-vervl.; joos (1900-1904); teirl.; dek).
1) Je doet zo aardig, wat heb je?
Da’s aardig, ik had die mens daar niet zien staan.
Als hij blijft veel te rap rijden, gaat hij wel een keer aardig varen.
2) Marie wordt aardig, ga vlug naar buiten met haar in de frisse lucht.
Ik ben een paar dagen oardig geweest, buikloop hebbende.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.