Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Adamsappel, strottenhoofd
Mijne slikker doe zeer.
Ook wel in deze uitdrukking: Hij heeft het aan zijne slikker.
Hij heeft het zitten, ze hebben hem door, hij is betrapt.
aardewerk
Bloempotten en al dien andere pottekarre uit de kelder ligt nu op het containerpark.
Laat maar, ik verwacht niks meer van je, foert
Als gij iets aan mij vraagt, doe ik dat voor u en met alle plezier zelfs. Maar als ik eens eenwederdienst aan u vraag, dan is het altijd dit of dat en dik tegen uw goesting. Wete wa? Schijt omhoog!
een arme mens, iemand zonder geld, een mislukkeling
vr.: krabster
spreekwoord:
geen nagel hebben om aan zijn gat te krabben: geen geld hebben
Hij is een krabber en dat vertelt over op reis gaan alsof dat em stinkendrijk is.
sneetje brood, boterham
Toen hij wou gaan schaften zag hij dat hij zijn sneeën vergeten was.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.