Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(mv.) loeten = kuren, akkefietjes
(enk.) loet = luim, nuk, pet
zie ook loeten, zijn ~ hebben, petten
Als ge ingaat op al de loete(n) van die kleine, zijt maar zeker dat ge nen dwingeland, een klein cesarreke aan ’t kweken zijt. Dat zal u nog zuur opbreken.
een kuur, een loet
meestal van ongeduld of omdat men zijn goesting niet krijgt
dim.: petteke
zie ook petter, petten, pettejoenk, petteren, petteke, het ~ in hebben, pet, een ~ krijgen of hebben
ook in het Hageland
Als dat kind een pet krijgt, is daar niet veel meer mee aan te vangen (aanvangen).
het petten
zie ook pet, een ~ krijgen of hebben, petteren, pet, petter, pettejoenk, petteke, het ~ in hebben
Nu is het wellekes geweest met die petterij van u! Dat is praktisch elke dag hetzelfde! Naar uw kamer nu en dat we u in ’t eerst niet meer zien. Komt maar terug als het over is.
een kuur, een loet
meestal van ongeduld of omdat men zijn goesting niet krijgt
dim.: petteke
zie ook petter, petten, pettejoenk, petteren, petteke, het ~ in hebben, pet, een ~ krijgen of hebben
ook in het Hageland
Als dat kind een pet krijgt, is daar niet veel meer mee aan te vangen (aanvangen).
een kuur krijgen van ongeduld
zie ook petten, petteren, pet, petter, pettejoenk
ook in het Hageland
We stonden rustig naar de processie te kijken, maar opeens kreeg me die kleine daar een pet omdat de paarden te lang wegbleven naar zijn goesting; hij stampte op de grond met zijn korte pootjes en schreeuwde: de paarden, wanneer komen die paarden nu? (zijezeke, 15 febr.2013)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.