Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een mannelijk persoon die kan petten
zie ook petten, petteren, pet, pet, een ~ krijgen of hebben, pettejoenk, loeten
Man, die zoon van Roger is ne petter, ongelooflijk. Als die het petteke in heeft (petteke, het ~ in hebben), kan m de sfeer helemaal verpesten.
zie ook petteren, pet, petter, pettejoenk, pet, een ~ krijgen of hebben, loeten, zijn ~ hebben
Als onze Wout het petteke in heeft moet ge die stillekes laten doen en negeren, dan gaat die petterij het rapste over.
(mv.) loeten = kuren, akkefietjes
(enk.) loet = luim, nuk, pet
zie ook loeten, zijn ~ hebben, petten
Als ge ingaat op al de loeten van die kleine, zijt maar zeker dat ge nen dwingeland, een klein cesarreke aan ’t kweken zijt. Dat zal u nog zuur opbreken.
kuren hebben, humeurig zijn
ook in prov. Antwerpen
Antw. stad: loeten hebben
Ons Marie heeft weer haar loeten, laat haar maar een beetje gerust, anders krijg je er toch ruzie mee.
Ons vader vroeger, kon dikwijls voor een week minstens, zijn loeten hebben. Als em dan van het café of van waar dan ook terug kwam, kon m ineens vroem klappen en lachen.
kuren hebben, humeurig zijn
ook in prov. Antwerpen
Ons Marie heeft weer haar loeten, laat haar maar een beetje gerust, anders krijg je er toch ruzie mee.
Ons vader vroeger, kon dikwijls voor een week minstens, zijn loeten hebben. Als em dan van het café of van waar dan ook terug kwam, kon m ineens vroem klappen en lachen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.