Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
uitgaan, gaan drinken
ook VT: op de lappen geweest zijn.
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel
vgl. WNT:
lap = dronkaard
Drank of spijs in zijn lijf enz. lappen, — (naar) binnen lappen, naar binnen slaan, gulzig gebruiken; ook wel zonder ongunstige bijgedachte voor: drinken, eten.
lappen: drinken, ook uitlappen: ”Een glas bier uitlappen”, de bo (1873)
Lappen, ”de herbergen afloopen in stede van te werken” (joos (1900-1904), corn.-vervl.)
Elke vrijdagavond ging zatte Pierre steevast op de lappen met zijn maten.
Hij is heel de nacht op de lappen geweest.
uitgaan, gaan drinken
ook VT: op de lappen geweest zijn.
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel
vgl. WNT:
lap = dronkaard
Drank of spijs in zijn lijf enz. lappen, — (naar) binnen lappen, naar binnen slaan, gulzig gebruiken; ook wel zonder ongunstige bijgedachte voor: drinken, eten.
lappen: drinken, ook uitlappen: ”Een glas bier uitlappen”, de bo (1873)
Elke vrijdagavond ging zatte Pierre steevast op de lappen met zijn maten.
Hij is heel de nacht op de lappen geweest.
1) snel afwerken
2) uit de bol gaan
MNW:
ndl. znw. lap, d. i. klap, oorveeg.
de uitdr. “twee vliegen slaen mit ien lap”, en het ww. lappen, in den zin van slaan, b.v. “hij lapte er op, dat het klapte.” Kil. lappen, drijven,…
WNT: Lapop = slaag
1) Als ik er nu geen lap op geef komen we niet op tijd klaar.
2) We gaan er vanavond eens een goei lap op geven
1) snel afwerken
2) uit de bol gaan
MNW:
ndl. znw. lap, d. i. klap, oorveeg.
de uitdr. “twee vliegen slaen mit ien lap”, en het ww. lappen, in den zin van slaan, b.v. “hij lapte er op, dat het klapte.” Kil. lappen, drijven,…
1) Als ik er nu geen lap op geef komen we niet op tijd klaar.
2) We gaan er vanavond eens een goei lap op geven
klap, mep, trek
MNW
ndl. znw. lap, d. i. klap, oorveeg.
uitdr. “twee vliegen slaen mit ien lap”, en het ww. lappen, in den zin van slaan, b.v. “hij lapte er op, dat het klapte.” Kil. lappen, drijven,…
WNT
Klap, slag. Het woord is waarschijnlijk van onomatopoëtischen aard (verg. het vorige art.), al schijnt invloed van Lap (I) op het gebruik er van niet uitgesloten: zie eenige woorden die zoowel flard als slag beteekenen bij stoett, Spreekw.² blz. 168.
Fredje kreeg een lap van zijn vader omdat hij zijn zusje treiterde.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.