Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    gelijk
    (voegwoord)

    zoals, (even)als, alsof

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Als voegwoord van wijze. Evenals het voegwoord als, wordt gelijk ook gebezigd, om de wijze, waarop iemand of iets voorgesteld wordt, bij vergelijking te kennen te geven. Het staat dan in beteekenis nagenoeg gelijk met als zelf, met of ’t ware of als ’t ware. In deze toepassing echter komt het thans weinig meer voor, ofschoon in Vlaamsch België nog in gebruik (Schuermans (1883)).

    zie andere definities van gelijk, gelijk of lijk

    Uw manieren en principes zijn juist gelijk die van uw vader.

    Gelijk het er nu naar uitziet zal er misschien toch nog een regering komen.

    Ik ben weer helemaal de oude, gelijk ge ziet!

    (Ge)lijk da gij weet hoe dat da moet.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Jan 2019 20:21
    1 reactie(s)

    gelijk of lijk
    (voegwoord van vergelijking)

    gelijk aan “als” of “dan” in vergelijkingen, zowel in de vergelijkende als in de vergrotende trap

    in de Antwerpse Kempen: uitspraak: /gelak/, /lak/

    Het gebruik schijnt beperkt te zijn tot de spreektaal.

    Vroeg MiddelNederlands Woordenboek: Ghelike: voegwoord; Oudste attestatie: Brabant-West, 1265-1270
    Woordenboek der Nederlandse Taal: gelijk: Als vergelijkend voegwoord: Bij vergelijking van twee termen, die ten opzichte van datgene, waarin zij met elkander vergeleken worden, gelijk worden gesteld. In ontwikkelde bijzinnen, in welke het ww., of althans het object dat er door beheerscht wordt, is uitgedrukt, en waar gelijk dus geheel en volkomen voegwoord is geworden: Bart is zenuwachtig, gelijk zijn vader was, (consc. 1, 212 b ed. 1867)
    Evenals het voegwoord als in de spreektaal gebezigd wordt achter een comparatief, en dus bij vergelijking van twee termen, die als ongelijk voorgesteld worden,… (”lichter gelijk een veer,” ”heeter gelijk de gloed,” enz.).

    Hij is al zo groot gelijk zijn vader.
    Zij is zo groot lijk haar moeder.

    Zijn vader is nog erger gelijk hij.
    Gij zijt veel rijker lijk ik.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Jan 2019 20:17
    0 reactie(s)

    gelijk of lijk
    (voegwoord van vergelijking)

    gelijk aan “als” of “dan” in vergelijkingen, zowel in de vergelijkende als in de vergrotende trap

    in de Antwerpse Kempen: uitspraak: /gelak/, /lak/

    Het gebruik schijnt beperkt te zijn tot de spreektaal.

    Vroeg MiddelNederlands Woordenboek: Ghelike: voegwoord
    Oudste attestatie: Brabant-West, 1265-1270
    Woordenboek der Nederlandse Taal: gelijk: Als vergelijkend voegwoord: Bij vergelijking van twee termen, die ten opzichte van datgene, waarin zij met elkander vergeleken worden, gelijk worden gesteld. In ontwikkelde bijzinnen, in welke het ww., of althans het object dat er door beheerscht wordt, is uitgedrukt, en waar gelijk dus geheel en volkomen voegwoord is geworden: Bart is zenuwachtig, gelijk zijn vader was, (consc. 1, 212 b ed. 1867)
    Evenals het voegwoord als in de spreektaal gebezigd wordt achter een comparatief, en dus bij vergelijking van twee termen, die als ongelijk voorgesteld worden,… (”lichter gelijk een veer,” ”heeter gelijk de gloed,” enz.).

    Hij is al zo groot gelijk zijn vader.
    Zij is zo groot lijk haar moeder.

    Zijn vader is nog erger gelijk hij.
    Gij zijt veel rijker lijk ik.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Jan 2019 20:17
    0 reactie(s)

    ’t is da
    (uitdrukking)

    bevestiging, meestal van een zekere verontwaardiging

    zie ook tis!, dat is

    - Als hij toch al naar de Gamma moest, kost hij dan nie ook nog rap efkes langst den Delhaize passeren voor ons? ’t Ligt der just neffest.
    - Ja ’t is da, percies of hij heeft het zo druk.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Jan 2019 19:10
    0 reactie(s)

    bof, het is ~
    (uitdr.)

    het is niet om naar huis te schrijven, pover, armzalig, slecht

    regio Wetteren

    De presentatie van het gerecht is bof, het had beter gekund.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Jan 2019 18:51
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.