Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zoals, (even)als, alsof
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Als voegwoord van wijze. Evenals het voegwoord als, wordt gelijk ook gebezigd, om de wijze, waarop iemand of iets voorgesteld wordt, bij vergelijking te kennen te geven. Het staat dan in beteekenis nagenoeg gelijk met als zelf, met of ’t ware of als ’t ware. In deze toepassing echter komt het thans weinig meer voor, ofschoon in Vlaamsch België nog in gebruik (Schuermans (1883)).
zie andere definities van gelijk, gelijk of lijk
Uw manieren en principes zijn juist gelijk die van uw vader.
Gelijk het er nu naar uitziet zal er misschien toch nog een regering komen.
Ik ben weer helemaal de oude, gelijk ge ziet!
(Ge)lijk da gij weet hoe dat da moet.
gelijk aan “als” of “dan” in vergelijkingen, zowel in de vergelijkende als in de vergrotende trap
in de Antwerpse Kempen: uitspraak: /gelak/, /lak/
Het gebruik schijnt beperkt te zijn tot de spreektaal.
Vroeg MiddelNederlands Woordenboek: Ghelike: voegwoord; Oudste attestatie: Brabant-West, 1265-1270
Woordenboek der Nederlandse Taal: gelijk: Als vergelijkend voegwoord: Bij vergelijking van twee termen, die ten opzichte van datgene, waarin zij met elkander vergeleken worden, gelijk worden gesteld. In ontwikkelde bijzinnen, in welke het ww., of althans het object dat er door beheerscht wordt, is uitgedrukt, en waar gelijk dus geheel en volkomen voegwoord is geworden: Bart is zenuwachtig, gelijk zijn vader was, (consc. 1, 212 b ed. 1867)
Evenals het voegwoord als in de spreektaal gebezigd wordt achter een comparatief, en dus bij vergelijking van twee termen, die als ongelijk voorgesteld worden,… (”lichter gelijk een veer,” ”heeter gelijk de gloed,” enz.).
Hij is al zo groot gelijk zijn vader.
Zij is zo groot lijk haar moeder.
Zijn vader is nog erger gelijk hij.
Gij zijt veel rijker lijk ik.
gelijk aan “als” of “dan” in vergelijkingen, zowel in de vergelijkende als in de vergrotende trap
in de Antwerpse Kempen: uitspraak: /gelak/, /lak/
Het gebruik schijnt beperkt te zijn tot de spreektaal.
Vroeg MiddelNederlands Woordenboek: Ghelike: voegwoord
Oudste attestatie: Brabant-West, 1265-1270
Woordenboek der Nederlandse Taal: gelijk: Als vergelijkend voegwoord: Bij vergelijking van twee termen, die ten opzichte van datgene, waarin zij met elkander vergeleken worden, gelijk worden gesteld. In ontwikkelde bijzinnen, in welke het ww., of althans het object dat er door beheerscht wordt, is uitgedrukt, en waar gelijk dus geheel en volkomen voegwoord is geworden: Bart is zenuwachtig, gelijk zijn vader was, (consc. 1, 212 b ed. 1867)
Evenals het voegwoord als in de spreektaal gebezigd wordt achter een comparatief, en dus bij vergelijking van twee termen, die als ongelijk voorgesteld worden,… (”lichter gelijk een veer,” ”heeter gelijk de gloed,” enz.).
Hij is al zo groot gelijk zijn vader.
Zij is zo groot lijk haar moeder.
Zijn vader is nog erger gelijk hij.
Gij zijt veel rijker lijk ik.
bevestiging, meestal van een zekere verontwaardiging
- Als hij toch al naar de Gamma moest, kost hij dan nie ook nog rap efkes langst den Delhaize passeren voor ons? ’t Ligt der just neffest.
- Ja ’t is da, percies of hij heeft het zo druk.
het is niet om naar huis te schrijven, pover, armzalig, slecht
regio Wetteren
De presentatie van het gerecht is bof, het had beter gekund.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.