Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lichtjes spottende benaming voor een naslagboekje met bijvoorbeeld de prijs van een dozijn eieren, die varieerde in functie van de eenheidsprijs. De benaming suggereerde dat de verkoper het zelf niet kon uitgerekend krijgen.
uitspraak: loemperik
De eieren kosten 87 centiemen en ge wilt drie dozijn, wacht efkens mijne loemperik opendoen.
het donker
zie ook donkere, met den ~
Ziet da ge voor den donkere thuis zijt he!
na zonsondergang
zie ook lichte, met de ~, den donkere(n)
Ik vind het zomaar niks om met den donkere door die kwacht te lopen.
opstaande plank aan het voeteinde van een bed
SN: bedsponde
Hij was zo lang dat ze het bedspon van het bed moesten doen en er een extra tafeltje tegenaan zetten.
In de visserij gebruikte term voor stalen kabel. Oorsprong is Engels (= wire). Kwam overgewaaid met de vissers die gedurende de tweede wereldoorlog in Engeland verbleven.
WNT:
WIJER —, znw. m. Van eng. wire ‘draad’.
weier (wire)
Ik moet nog een weier splitsen (ik moet nog een kabel splitsen). Kabels werden vroeger gesplitst en in elkaar gevlochten om een langere kabel te maken, of om een oog te maken op het uiteinde. Een zeer lastig karwei trouwens.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.