Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Waarschijnlijke betekenis: Het aan zijn achterste hebben.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In gemeenzame taal eene benaming voor het achterste, en bij uitbreiding voor het lichaam. Verg. in denzelfden zin Krent, 3 b). In Z.-Nederl. alleen in eene zegsw. bekend (zie CORN.-VERVL.). Ik heb pijn in mijn hooft, in mijn rug, in mijn krieck, VISSCHER, Brabb. 160 (c. 1600).
vgl. ziek aan uw kriek
Twee koningen, twee koningen
Den derde dien is ziek
Wat heeft em, wat heeft em?
Hij heeft het aan zijn kriek
(Driekoningenlied door twee koningen gezongen)
muts die het hoofd, voorhoofd, de oren en de hals bedekt
< Frans: cagoule
Antwerpen: kagoel (v. -en)
Afbeelding zie hier
Ik wil met onze kleine een sneeuwman gaan maken, maar ik vind zijn kahoele niet…
“Ik vraag mij af of die “ouderwetse” kagoelen nog bestaan
Die mutsen die wij vroeger droegen in onze kindertijd..
Ze noemen mss anders maar wij zeggen daar kagoelen tegen
Voor diegene die nie weet waar ik het over heb; da is zo’n muts waar enkel het gezichtje bloot is..de oren zijn veel beter bedekt dan een gewone muts." (9maand.be)
“Grappig, wij zeggen daar kahoel tegen. In ieder geval, ik heb ze ook al zien liggen in de winkel, dus ja, je vindt ze nog.” (9maand.be)
muts die het hoofd, voorhoofd, de oren en de hals bedekt
< Frans: cagoule
Afbeelding zie hier
Antwerpen: kagoel (v. -en)
Ik wil met onze kleine een sneeuwman gaan maken, maar ik vind zijn kahoele niet…
“Ik vraag mij af of die “ouderwetse” kagoelen nog bestaan
Die mutsen die wij vroeger droegen in onze kindertijd..
Ze noemen mss anders maar wij zeggen daar kagoelen tegen
Voor diegene die nie weet waar ik het over heb; da is zo’n muts waar enkel het gezichtje bloot is..de oren zijn veel beter bedekt dan een gewone muts." (9maand.be)
“Grappig, wij zeggen daar kahoel tegen. In ieder geval, ik heb ze ook al zien liggen in de winkel, dus ja, je vindt ze nog.” (9maand.be)
uitgeholde vliertak om vlierbessen of wat anders al blazend mee weg te schieten (blaaspijp)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: klak: Naam voor de klakkebus (De Bo (1873); De Cock en Teirlinck, Kinderspelen (1905)).
Brussel: flokkebus
Haspengouw: krakkebuis
Sommige regio’s in de Antwerpse Kempen en Limburgse Kempen: flopbuis
Toen we nog jong waren was het maken van en spelen met klakkebuizen een zeer geliefd tijdverdrijf.
Houten buisje, meestal van uitgeboord vlierenhout, waarmee vlierbolletjes weggeschoten worden. Men stopt hierbij een bolletje vooraan in de buis en een ander achteraan waarna een stemper doorheen de buis gestoten wordt. Met een beetje gelukt vliegt het voorste bolletje dan weg. In de plaats van vlierbolletjes kon men ook een elzeflop weggeschieten, maar dan was de stemper meestal van metaal. Een proppenschieter dus.
Brussel: flokkebus
Haspengouw: krakkebuis
Antwerpse en Limburgse Kempen: klotsbuis
Provincie Antwerpen: klakkebuis
De Ronny had met zijn flopbuis een elzeflop tegen de kop van de meester geschoten en toen heeft hij een djoefeling gehad waar hij niet goed van was.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.