Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
pot om in te pissen
Omdat onze WC stuk is, hebben we nu tijdelijk een pispot naast ons bed gezet.
als
lokale uitspraak: [wi?]?
< Duits: “wie”
Hij heeft problemen met pissen, hij strits (stritsen) wij nen hond.
stiekem ervandoor gaan, vertrekken zonder iets te zeggen (vnl. gezegd in een café)
eigenlijk “zich vo(e)rtpissen”, zie vortpissen, zich ~
Ich zien Zjanke toch nimei? Dèè hèt zich voertgepis! (ik zie Janneke toch nie meer? Die is gaan plassen en is niet meer teruggekomen, is met stille trom vertrokken – verdorie! en het was net zijn beurt om er ene te geven!)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.