Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de interest die bepaalt hoeveel de rappelkost bedraagt
Nadat ik een clausule heb laten toevoegen dat zij 2% laattijdigheidsintrest zouden moeten betalen als zij te laat zijn was het een tijdje beter,… (juridischforum.be)
Anderzijds is 2% laattijdigheidsintrest een woekerbedrag, en zou je met gemak kunnen weigeren om die effectief ook te betalen,… (bouwinfo.be)
Voor elke factuur die onbetaald blijft op de vervaldag zal automatisch een laattijdigheidsintrest van 10% per jaar, tot op de dag van betaling, aangerekend worden. (lab9.be)
- herinneringskost, aanmaningskost
- kosten die extra bovenop de onbetaalde factuur moeten betaald worden wegens te laattijdige betaling
vergelijk laattijdigheidsintrest
De herinneringskost op de telecomfactuur bedraagt 15 euro.
Als de originele factuur niet tijdig betaald wordt, dan volgen er ongetwijfeld rappelkosten die in rekening gebracht worden met de daaropvolgende factuur.
Ik betwijfel of het wettelijk is om op een eerste rappelkosten aan te rekenen. (testaankoop/telenet)
Natuurlijk zijn rappelkosten maar één middel om uw klant te doen betalen. Met een sterke aanmaning voert u de druk correct op. (graydon.be)
Honing op iets smeren
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
In den eigenlijke zin alleen aangetroffen in de woordenboeken, verder uitsluitend figuurlijk.
Verouderd, maar gewestelijk in [Vlaanderen[-België nog bewaard.
zie ook: zeemen, zeem, zeemzoet, zeemtette, zeem aan zijn baard strijken
Iemand zijn baard zemen, daar is hij altijd goed in geweest.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: geer, ook gere in Vlaanderen: van geeren, begeeren. Thans alleen nog in gewestelijke spraak, inzonderheid in West-Vlaanderen.
Mijn geir schoot in.
Ik kreeg er goesting in, het water kwam me in de mond
het eten
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
1. Het eten, de spijs; b.v. in Brabant en Oost-Vlaanderen.
‘Da was daar goeien bik’ (Cornelissen.-Vervliet.)
Van Dale: (gewestelijk, soldatentaal) eten
Is den bik nog ni gereed?
Bikke, bikke, bik
hap, hap, hap
eerst de soep en dan de pap
en er is geen soep en er is geen pap
tatatarara, val aan!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.