Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dierenhok
VD
kot (het; kotten)
1 klein armoedig huis
2 hok
Kempen: mv = koters
De konijnenkoten moeten eens uitgekuist (uitkuisen) worden, ze stinken.
De school dat is een apekot, parlez vous
De apen zitten twee aan twee, parlez vous
De grootsten aap die zit van voor
En doet de zotste kuren voor, inke pinke parlez vous
(Vuile Mong en zijn vieze gasten)
dierenhok
VD
kot (het; kotten)
1 klein armoedig huis
2 hok
Kempen: mv = koters
De konijnenkoten moeten eens uitgekuist (uitkuisen) worden, ze stinken.
De school dat is een apekot, parlez vous
De apen zitten twee aan twee, parlez vous
De grootsten aap die zit van voor
En doet de zotste kuren voor, inke pinke parlez vous
(Vuile Mong en zijn vieze gasten)
een heel eind, een stuk, het hol(st)
uitdr. een kot in de ~
Het was een kot in de nacht (kot, tot een ~ in de nacht) voor we aankwamen.
Hij heeft een kot in den dag geslapen.
schommel – soms vervormd tot ‘stulder’
zie ook: bies, biezabijs, bijs, bijze, boes, boeschcammeré, boesjkammeree, ratak, ratek, renne, rennekoker, rietseko, rijtak, stuur, suur, toeter, touter, wippentater, zwier
We zullen voor de bengels nen sturrel zetten op de gazon.
Volle boezem
vgl: balkon, kommisveur
De buurvrouw heeft een groot schap.
Zeeft een schap waarop dat ge met 4 tafels kunt op kaarten.
Ze heeft zo’n grote boezem, dat ge er met 4 tafels kunt op kaarten. (Parmenk, 13 mei 2011)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.