Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    doorheen
    (voorzetsel)

    1) door … (heen), dwars door
    2) in de loop van, gedurende

    Van Dale 1995: in België
    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    2) DS2015 doorheen het jaar: geen standaardtaal

    vgl. ook omheen; lossendoor

    ‘De Morgen’ gidst ons doorheen de downloadjungle.

    Doorheen de hele periode van kolonisatie waren er veel Blanken naar Zuid-Afrika gekomen en hadden zich daar gevestigd.

    Een smakelijke wandeling doorheen de Wervikse geschiedenis.

    In Mechelen is de nieuwe bibliotheek “Het Predikheren” ingehuldigd. Dat gebeurde met een stoet doorheen de stad. (vrt.be)

    Dat is meer dan doorheen het jaar (12,4 procent). (standaard.be)
    Ze hebben bijvoorbeeld een bureaujob en sporten amper doorheen het jaar. (standaard.be)
    Al zijn er volgens Natuurpunt wel verschuivingen doorheen het jaar. (standaard.be)
    Al besefte hij ook wel dat een WK niet te vergelijken valt met de nationale competities doorheen het jaar.(standaard.be)
    Bedrijfsobligaties hinkten iets achterop maar kenden per saldo ook een positief momentum doorheen het jaar.(standaard.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 29 Mar 2020 22:08
    10 reactie(s)

    lossendoor
    (bw.)

    doorheen, los en door

    Hij is met zijne brommer lossendoor de garage gereden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 29 Mar 2020 22:08
    0 reactie(s)

    roop, geropen
    (ww. (van roepen))

    riep, geroepen

    ook in West-Vlaanderen

    Sta op, ik hem al drij keren geropen.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 23:55
    2 reactie(s)

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 21:13
    116 reactie(s)

    drijhoek
    (znw. de ~ (m.), ~en)

    SN/NL: driehoek

    ook (verkeerdelijk) dreihoek

    zie ook drij

    Vraag me niet waar da we vis gevangen hebben, want da weet ik niet. Ik hoor die mannen wel klappen over tklaan geultje en den iejene of andere draahoek. Maar dat is de Fons en de Walter die dan arranzjeren. (langelandvissers.be)

    Toen ik, nu eene dikke 50 jaar geleden, op school lag, wierpen de allerstoutsten onder ons wel eens met soortgelijke papieren pijlkens, in drijhoek gevouwd en van eene stalen pen als punt voorzien, naar deur of bord of zoldering der klas. (Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1908, dbnl.org)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 16:46
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.