Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.
kledij:
aanstekers
baai
bain de soleil
badkostuum
bovenlijfke
bretellen
broeksriem
centuur
cravat
debardeur
duffelcoat
frak
frennen
frulleke
gilet
golf
gordel
kap
kaptrui
kaspoesjeir
klak
kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
knop
kostuum
k-way
lits
manchetknop
mantel
marcelleke
nestels
neuke
onderlijfke
overal
palto
pantoffels
plastron
pression
pull
regenscherm
sletsen
sloefen
sous-pull
tailleur
tallon
tiret
veston
voorschoot
werkwoorden:
fronsen
opplooien
plooien
sletsen
varia:
avondkledij
droogkast
droogkuis
gele hesjes
kapstok
kroon, de ~ ontbloten
okselvijver
smink
tent
wasmachien
uitdrukkingen:
frak, amaai mijne ~
klak, amai mijn ~
broek, de ~ dragen
ene frak en twee schoenen
Jean met de klak
klak, er met de ~ naar gooien
kiekens, de ~ zitten door den draad
kleedje, in een nieuw ~ steken
met de klak rondgaan
> andere betekenis van kledij
NL met de pet rondgaan, op informele wijze geld inzamelen, bijvoorbeeld drinkgeld ophalen met een klak
zie ook verzamellemma kledij
Maar de meizanger van Aalter, schrijft E. Wille, ‘stak de hand uit of ging rond met de klak’ en hij ’besloot zijn optreden met de woorden: ’"t Was ter ulder ere, … (Albert Boone – 1999 – ?Folk songs)
“We zongen, gingen met de klak rond, en kwisten mee. We haalden maar liefst 112,20 euro op voor ons project !” (http://users.telenet.be/anbiance/home.html)
pet
Woordenboek der Nederlandsche Taal: klak
— KLAKKE —, znw. vr. Naam voor verschillende hoofddeksels, van welken de oorsprong niet is na te gaan.
1. In Vlaamsch België (en ook in Nederlandsch Limburg): de naam voor het hoofddeksel van mannen, knapen en jongens dat in Nederland pet heet: een soort van ronde muts of baret met een stijve klep van voren.
2. Eertijds in de Kempen. De naam van een lederen hoofddeksel der kleine meisjes, dat het geheele hoofd als een muts bedekte (Cornelissen-Vervliet (1899)).
3. In de Zaanstreek. De naam voor het huismutsje (van fluweel of andere stof) dat oude heeren dragen; kalotie.
?Aanmerking. — Klak als naam voor een heerenhoed dien men toe kan slaan of in elkaar kan drukken om hem onder den arm te kunnen dragen, is een ander woord, ontleend aan Frans ‘chapeau claque’.
zie ook amai mijn klak,
klak, er met de ~ naar gooien,
klak, er met uw ~ hene slaan,
met de klak rondgaan,
klak, zijn ~ is aan zijn kop vastgegroeid,
Jef klak
Jan met de klak
zie ook verzamellemma kledij
Opa draagt altijd zijn klak.
Dien Johnny heeft een belachelijke klak op.
stofjas die over de gewone kledij werd gedragen om die proper te houden
< Fr. cache-poussière
zie ook verzamellemma kledij
Vroeger zaten de schoolkinderen met hun kaspoesjeir op de schoolbanken.
“Een (…) kap is een gekromde flap die aan de kraag van een jas, trui, vest of T-shirt kan zitten.” (Wikipedia)
in Holland gebruikt men de term capuchon
zie ook kaptrui; verzamellemma kledij
’k Heb geen regenscherm nodig, mijn vest heeft toch al een kap en die waait niet weg.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.