Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    slaptitude
    (de ~ (v.))

    Een ‘slaptitude’ is een plotsklaps, (echter wel verklaarbare) wegebbende erectie.
    Afkeer van een of ander mokke.

    ook: een algemeen slaptegevoel dat een korte of langere periode kan aanhouden door honger, vermoeidheid, ziekte, enz. De zogenaamde appelflauwte.
    figuurlijk: slapte

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    Als ik haar zie is mijn zin over, ik krijg dor ne slappe van!
    Azzek heur zie krijg ekik een slaptitude.

    Enkele kilometers voor de meet kreeg de renner een slaptitude. Het vat was af (vat, het ~ is af).

    “Het is allemaal de schuld van de slaptitude van de politiek”. (internet)

    Regio Antwerpen
    Bewerking door nthn op 14 Mar 2020 22:09
    0 reactie(s)

    rodehond
    (zn. m. geen meerv.)

    roodvonk, of een andere (kinder)ziekte met rode uitslag en koorts

    etymologie: De ziekten roodvonk en rodehond worden beide gekenmerkt door rode vlekken; vandaar het rood als eerste deel van de benamingen. De naam roodvonk is voor het eerst in 1672 genoteerd. Het lijkt een samenstelling van rood en vonk: de naam zou dan iets betekenen als ‘ziekte die wordt gekenmerkt door rode, vurige vlekjes’. Maar deze herkomst is schijn: in werkelijkheid is roodvonk een verbastering van ‘roodhond’, de oorspronkelijke vorm van rodehond. Roodhond is al in 1567 aangetroffen, en roodvont, een tussenvorm tussen roodhond en roodvonk, werd in 1694 opgeschreven. In dialecten duiden roodvonk en rodehond nog steeds dezelfde ziekten aan.

    Maar waar komt nu de benaming roodhond/rodehond vandaan? Wat heeft de ziekte met een hond te maken? Helemaal niets: het tweede deel van de naam is een verbastering van Middelnederlands ‘hune’ en zestiende-eeuws Nederlands ‘huin’, onzuiverheid, drek, verwant met Oudengels hún onzuiverheid en Middelnederfrankisch hunen ‘puist’. Omdat hune/huin in de zeventiende eeuw een verouderd woord was dat niet meer werd begrepen, verving men het door allerlei gelijkluidende woorden die wél bekend waren. De twee varianten roodvonk en rodehond hebben de tand des tijds overleefd. Andere varianten zijn verdwenen, namelijk roodgrond, roodhout, roodjonk, rookjook (van jeuken) en rodekoorts. (Nicoline van der Sijs)

    Van Dale online: rodehond:
    1. een op ma­ze­len lij­ken­de maar lich­te­re be­smet­te­lij­ke ziek­te;
    = ru­be­o­la, ru­bel­la
    2. in de tro­pen een huid­ziek­te
    3. niet al­ge­meen: rood­vonk

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    Paulientje kan niet naar de crèche want ze heeft de rodehond.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 14 Mar 2020 22:09
    2 reactie(s)

    rattenziekte
    (z.nw. de ~ v, ~s)

    leptospirose, besmettelijke ziekte overgebracht door ratten
    in Nederland wordt het de ‘ziekte van Weil’ genoemd

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    Drie deelnemers aan de Titan Run in Nijlen zijn besmet met de rattenziekte en in het ziekenhuis beland. (knack.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 14 Mar 2020 22:08
    2 reactie(s)

    pootje
    (het ~, geen mv)

    podagra, jicht, flerecijn

    Van Dale: pootje, znw; het
    (1645) schertsende vervorming van podagra

    zie ook kozijntjes, notarisziekte; verzamellemma geneeskunde

    Klik op de afbeelding
    Podagra
    Een aangetaste linkerteen

    De man van mijn vriendin heeft het pootje. Door zijn Bourgondische levensstijl zegt ze.

    > andere betekenis van pootje

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 14 Mar 2020 22:08
    0 reactie(s)

    plek
    (de ~ (v.), ~ken)

    vlek, klad
    in Antwerpen plak

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Een klein gedeelte der oppervlakte van iets dat anders van kleur is dan de oppervlakte er om heen. Inzonderheid: een (natuurlijke) vlek van ronden of anderen vorm op de huid van mensch of dier. Dikwijls met aanwijzing van de kleur der vlek: een blauwe plek. kunstmatig aangebrachte vlekken.

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    Met wijnplekken op een tafelkleed moet ge bij tante Kaat zijn. Die zal u vertellen hoe ge die eruit krijgt.

    Ge moet nu eens zien, ik heb allemaal van die rooi plekken op mijne arm gekregen. Zou dat een of ander allergie zijn?

    Op mijn armen en op mijn lijf zijn er veel blauwe plekken overal waar hij genepen heeft, Stijn Streuvels, Minnehandel (1903)

    > andere betekenis van plek

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 14 Mar 2020 22:08
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.