Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. jonkheid (de ~ (v.), geen meervoud
jonge mensen als een groep beschouwd, jeugd, het jong zijn
(Gans Vlaanderen)
2. jonkheid (de ~ (v.), jonkheden)
mannelijke of vrouwelijke vrijgezel op leeftijd (Vlaamse Ardennen)
jongeheer, een oudere ongehuwde man (ouderske jonkheid) (Leiestreek)
zie ook verzamellemma mensen
Popmuziek is eerder iets voor de jonkheid.
Tijdens zijn jonkheid heeft hij wel dwazigheden begaan.
Onze buurman, de jonkheid, is ongehuwd en binnenkort viert hij zijn 50ste verjaardag.
Wie is die jonkheid daar? Oh, dat is tante Emma, de zuster van mijn moeder!
meter
regio: Tienen, Antwerpen
zie ook verzamellemma mensen
Ons marraine is toch zo’n goeike, ze heeft weer speelgoed voor de klein mannen bij.
- baby, pasgeboren kind
- joenk dat nog niet kan lopen, het ‘plat’ is er nog niet af
zie ook plat jonk, platte jong
zie ook verzamellemma mensen
Ze heeft een plat joenk in de kindervoiture.
jongeman, jonge gast
zie ook verzamellemma mensen
Binnenkort starten wij, 2 jonkgasten uit het Brugse, een nieuw fris concept in de Langestraat. (facebook.com)
Nu als jonkgast klint dit allemaal zeer verleidelijk in de oren, zeker als je per klant die binnentrekt +/- 200euro krijgt. (9lives.be)
die WODKA und das APFELMUS /// aka het ideale dieet jonkgasten !! (instagram.com)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.