Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    trunten
    (ww. trunte, getrunt)

    de flauwerik uithangen, mopperen, klagen

    vnw:
    •niet opschieten, treuzelen, dralen
    •zeuren, jengelen

    Ge moet zo niet zitten trunten, ’t is maar een klein wondje.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 19 Jun 2025 07:28
    0 reactie(s)

    trunte
    (de ~ (v.), ~n)

    iemand die gedurig sip, treurig kijkt en altijd moppert en klaagt

    vnw: trut, futloze vrouw, zeurkous

    < Bij De Bo (1873):
    TRUNTE
    v. Hetzelfde als Trutte, Bij ’t grauw gebruikelijk.
    - Dochter, vrouw, even als trutte, doch met dit verschil dat trutte een gedacht van ondeugd bevat en afkeer verwekt, daar integendeel eene trunte deugdzaam is, maar vreesachtig en besluiteloos van karakter, anders gezeid eene kwene. (… )
    Eene die kleenmoedig en talmachtig te werke gaat, en bij de minste moeilijkheden of hinderpalen klaagt en kriept.
    “Eene verdrietige, onverdragelijke trunte.”

    zie ook truntaard, truntepater

    Zie die trunte, het is weer niks goed aan dat eten.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 19 Jun 2025 07:28
    4 reactie(s)

    trouwkleed
    (zn., o., ~kleden, ~kleren)

    trouwjapon, trouwjurk

    vnw: trouwjurk, bruidsjapon

    zie ook verzamellemma kledij

    Weddingring 2007-6-23-1

    Die klein had er niet beter op gevonden van het trouwkleed van haar moeder uit de kast te halen, het aan te trekken en zo ’t straat op te wandelen.

    “En Natalia zei: ‘Clement, wilde gij niet met mij trouwen? Maar dan wil ik zelf ook een trouwkleed dragen.’ Ze liet het voorkomen als een grap, maar ik voelde dat het van heel diep kwam.” (Clement Peerens in De Morgen)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 19 Jun 2025 07:27
    1 reactie(s)

    trouwers
    (zn. mv.)

    trouwend koppel

    vnw: het bruidspaar, het jonge paar, het jonggehuwde paar

    google 2025: slechts 126 hits in .NL

    vgl. trouwer

    Zodra beide echtgenoten toegestemd hebben, verklaart de ambtenaar van de burgerlijke stand de trouwers in naam van de wet door het huwelijk verbonden. (belgium.be)

    Trouwers in Sint-Laureins kunnen koesterboekje kopen in plaats van trouwboekje: “Je kan er foto’s en tekstjes in bewaren”. (vrt.be)

    Vroeger vertrok het huwelijkskoppel van onder moeders vleugels naar een eigen stek en legden de trouwers een huwelijkslijst aan. (demorgen.be)

    Door een wetswijziging staat het de trouwers vrij om hun huwelijksakte door nul, één, twee, drie of maximaal vier getuigen te laten ondertekenen (standaard.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 19 Jun 2025 07:26
    0 reactie(s)

    trouwer
    (de~, (v. (m.)), geen mv.)

    bruid en bruidegom samen

    Het zn. is enkelvoud en mannelijk
    het heeft geen mv.
    wordt vervoegd als mv. (groep)
    Zie ook schieten voor nen trouwer

    vgl. trouwers

    Den trouwer wordt in een koets vervoerd.
    Zie hoe schoon en fier ze zijn.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Georges Grootjans op 19 Jun 2025 07:22
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.