Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
geprangd; gedrongen; klein en onontwikkeld
vnw: onvolgroeid, klein, nietig, miezerig
-vernepen zitten: opeengepakt, dicht op elkaar zitten
-vernepen wonen: klein behuisd zijn
vgl. vernepeling
…zo’n prachtige art-nouveau-/art-decowoning, een vriendelijke gevel die nu vernepen staat tussen al die lelijke betonnen mastodonten. (standaard.be)
In Gaasbeek zijn de huidige lindebomen ziek. Hun wortels zitten vernepen in bakken. (nieuwsblad.be)
Fusarium zorgt vaak voor kleine aren en veel vernepen graankorrels die niet mee geoogst konden worden. (landbouwleven.be)
De oude vernepen werkplaats werd ruimer gemaakt. (openjournals.ugent.be)
…ik walg van dit volk met zijn vernepen dromen, waarin het slechts naar het naast en het kleine lacht. (bloggen.be)
bekrompen
zie vernepen
Met drieén in een bed liggen, dat is nogal verneipen.
1. wordt gebruikt om een persoon aan te duiden die aan extreme magerzucht lijdt. Bij lichtgewicht babies spreekt men van “een vernepelingsken”
2. klein mager persoon
3. armzalig voedsel
vnw: onvolgroeid, ziekelijk persoon, sukkelaar
zie ook vernepen
1. Aan onze Jan zijn liefke hangt er niks aan, zo’n vernepeling.
2. Onze Wout was een klein vernepelingske dat 3 weken in de couveuse moest blijven.
3. Die abrikozen zijn maar schrale vernepelingskes.
De Geverniste Vernepelingskes is een Vlaamse satirische stripreeks, geschreven door Urbanus en getekend door Jan Bosschaert.
demorgen.be: En toch zijn deze Belgische wezen geen te beklagen ‘vernepelinkskes’. Die Belgische wezen trekken namelijk zeer goed hun plan. Het gaat – u heeft het al geraden – om de federale culturele instellingen.
1. wordt gebruikt om een persoon aan te duiden die aan extreme magerzucht lijdt. Bij lichtgewicht babies spreekt men van “een vernepelingsken”
2. klein mager persoon
3. armzalig voedsel
vnw: onvolgroeid, ziekelijk persoon, sukkelaar
1. Aan onze Jan zijn liefke hangt er niks aan, zo’n vernepeling.
2. Onze Wout was een klein vernepelingske dat 3 weken in de couveuse moest blijven.
3. Die abrikozen zijn maar schrale vernepelingskes.
De Geverniste Vernepelingskes is een Vlaamse satirische stripreeks, geschreven door Urbanus en getekend door Jan Bosschaert.
demorgen.be: En toch zijn deze Belgische wezen geen te beklagen ‘vernepelinkskes’. Die Belgische wezen trekken namelijk zeer goed hun plan. Het gaat – u heeft het al geraden – om de federale culturele instellingen.
iets, iemand of zichzelf verwaarlozen
slordig omgaan met iets
< (se) négliger
vnw: verwaarlozen, veronachtzamen
Van Dale 2005:·
(gewestelijk) verwaarlozen
Als je het huis vernegligeert dan kan je er zeker van zijn dat je later op kosten gejaagd zal worden.
Je mag niet vernegligeren om je pillen te pakken want anders ga je niet genezen
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.