Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    stoor
    (de ~ (v.), -s)

    gordijn, vitrage

    < een stoor was oorspronkelijk een rolgordijn die beschermde tegen de zon. Later werd de naam ook gebruikt voor glasgordijn

    < Frans: store

    wnt: Store: In Noord-Nederland weinig meer gebruikt. Zonnegordijn dat door de werking van een veer wordt opgerold. Inzonderheid voor de raampjes van rijtuigen.
    Stoorgordijn, in het Zuiden (”’t Geschreeuw der raven dringt tot haar, Dwars door de breede stoorgordijnen”, v. ackere, Winterbl. 235).

    zie ook: lattestoor

    De stoors moeten dringend worden gewassen. Ze zijn geel van de sigarettenrook.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:36
    0 reactie(s)

    kornijn
    (zn. o., ~n)

    konijn

    kernijn, kernijnke, …

    Misschien iets verouderd, maar toch nog veel gehoord.
    Misschien een revival nu Wij, Heren van Zichem opnieuw uitgezonden wordt.

    wnt bij konijn:
    in zuidnederlandse dialecten komt, met ingevoegde r vóór de beklemtoonde lettergreep, kornijn voor

    West-Vlaanderen: keun

    Wannes Raps heeft weer een kornijn gestroopt. Nondedju!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:36
    2 reactie(s)

    konsus
    (bw.)

    doen alsof
    zie ook konsjuus

    wnt:
    konsuus, konsju(u)s, konsoois:
    Zuidnederlandse vormen van Kwansuis waarvan de oorsprong waarschijnlijk te zoeken is in het Oudfrans quanses, quainses, queinsi.

    De buurvrouw was konsus de planten water aan het geven, gewoon om te zien wie er op bezoek was bij de buren.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:35
    0 reactie(s)

    gelijk, in ’t ~
    (woordgroep, znw.)

    tegelijkertijd, impersant, onmiddellijk, direct

    zie ook: slag, van de ~, impesant

    wnt: In ’t gelijk, znw (o.), in toepassing op den tijd. In gelijkheid van tijd, gelijktijdig, te gelijker tijd. Alleen in Vlaamsch België in gebruik: in Noord-Nederland zegt men te gelijk.

    Ik ben nu de plafond aan’t schilderen, ventje, als gij die muur een beetje proper kunt maken, dan pak ik dien in ’t gelijk mee.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:35
    0 reactie(s)

    los
    (zn. m.)

    onverharde landweg tussen de velden en/of weides
    Vermoedelijk een relatie met het juridisch gebruikte ‘losweg’

    wnt:
    Weg of pad waarlangs men van een niet aan den openbaren weg gelegen stuk land op dezen kan komen, uitweg. In Vlaanderen.
    - Ook voor een uitloop, afvoer, van water (Loquela (Wdb.) 1907).

    zie andere definities van los

    Dat is ne schone (schoon) los om op te galopperen.

    Regio Vlaamse Ardennen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:34
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.