Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
heen en weer bewegen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: frequentatief van wrikken. Inz. in vlaamse bronnen aangetroffen.
Zich heen en weer bewegen van: van personen en zaken
Knoeien, frutselen, peuteren.
- ook in de Kempen, Lier:
Hij sprong in het schuitje …, stak van kant en wrikkelde rechtstaande, stroomop, Timmermans, Pallieter (1916)
- ook in Oost-Vl.: Treeze Moeiens hondje Zat op heur kloef. ‘t Wrikkelde z’n steertjen En Treeze Moeie loech, in Oostvl. Zanten (19de e.)
zie ook: wrikkelgat, frikkelen, gefrikkel
Zit nu eens stil en hou op met wrikkelen op je stoel.
De kolossale man naast mij leunt tegen mij aan. Ik begin wat ongemakkelijk te wrikkelen maar hij wil van geen wijken weten. Zijn dikke dijen duwen tegen de mijne: (http://www.brusselblogt.be/2008/02)
knoeien, morsen
vnw: kliederen, knoeien, morsen
DS2015 geen standaardtaal (ondanks voorbeelden onder)
< zie smodderen, mozen, zwanselen, kwanselen, sturten, dashteren, desteren
Stop met smossen en eet uw bord leeg.
Ik heb mayonaise op mijn broek gesmost.
Wat moet je anders denken als Karen en James met een groep blinden spaghetti eten, en dat geblinddoekt doen om ook te kunnen smossen? (standaard.be)
Christophe smost niet met eten. Zijn doosjes bevatten net genoeg voor iedereen. (standaard.be)
< andere definitie van smossen
Aanpak in onderhandelingen, besprekingen, … waarbij in kleine stappen, door te geven en te nemen, wat meer en wat minder, wat trekken en wat duwen,… geprobeerd wordt een resultaat te bereiken. Dikwijls (maar niet uitsluitend) in een politieke context, daarom dat chipoteren ook als Wetstratees beschouwd wordt.
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
(de betekenissen van Van Dale zijn niet allemaal accuraat vind ik: 1. afdingen 2.moeilijk doen (synoniem: tegenwerken) 3.knoeien, prutsen) NL:rommelen (gerommel in de marge)
Het waren heel moeilijke onderhandelingen. Ze waren voortdurend aan het chipoteren om toch maar dat ene woordje in het verslag te krijgen.
> andere betekenis van chipoteren
- knoeien, prutsen
- frauderen, sjoemelen
vwn: bedriegen, sjoemelen
Typisch Vlaams: knoeien, sjoemelen (informeel): Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 4
Woordenboek der Nederlandsche Taal: foefelen
1. Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
“Ik kan niet begrijpen hoedat hij altijd wint, hij moet er onder fo?felen. In kiezingen wordt er dikwijls gefo?feld”, Cornelissen-Vervliet (1899)
2. Slecht of morsig werk leveren, morsen.
“Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven, De Bo (1873).
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)
zie ook uitfoefelen, foefelaar, gefoefel, foefelare, ineenfoefelen
> andere betekenis van foefelen
Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.
We hebben wat gefoefeld met de belastingen.
Ambtenaren konden jarenlang foefelen bij Regie der Gebouwen (standaard.be)
De uitzonderlijke vervolging komt er nadat het drietal foefelde met handtekeningen. (standaard.be)
Wie foefelt, gaat eruit – De Standaard
onhandig prutsen, knoeien, aanmodderen
afleidingen: figgelaar, figgeling
ook in West-Vlaanderen, vgl. viggelen en uitfiggelen
afleidingen: figgelaar, figgeling
Figgelen, dat kon mijne vroegere gebuur, die kon niets gemaakt krijgen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.