Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    eierbloem
    (zn. vr. ~en)

    primula

    <a href=“https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Primula_veris_090510.jpg”>Primula veris 090510

    uitspraak in de Kempen: arebloem

    Cornelissen P.J., & Vervliet J.B. (1899-1903). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen):
    eierbloĚm, eierblom (uitspr. eirə-), znw., v. – Sleutelbloem, Fr. primevère, Lat. Primula veris.

    In het voorjaar koopt ze elke keer arebloemekes voor in haren hof te planten.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 06 Jul 2025 12:20
    0 reactie(s)

    foefelaar
    (zn. m. -s)

    sjoemelaar, bedrieger

    vnw: sjacheraar, sjoemelaar

    v.: foefelaarster

    niet in Van Dale 2015 online

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Blijkbaar verwant met Foef. In Zuid-Nederland.
    Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.

    zie ook foefelen

    “Ik had dan een kaart waar je elke dag een glas melk moest op tekenen. En ook een glas melk drinken natuurlijk. Indien je dat een bepaalde tijd deed werd je lid van de melkbrigade en kreeg je een lidkaart. Ik was een foefelaar want ik lustte geen melk!” (happymama.be)

    “Ik ken vzw‘s maar al te goed en ik weet dat in elke vzw er minstens één foefelaar zit die door gebrek aan controle af en toe enkele duizenden euro’s kan doen verdwijnen.” (uit een forum)

    “Mijn vriendin heeft geen weet van een buitenlandse rekening, haar ex-man was/is een grote “foefelaar” als het op geldzaken aankwam/komt." (juridisch forum)

    > andere betekenis van foefelaar

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Jul 2025 20:51
    0 reactie(s)

    foefelaar
    (de ~ (m.), ~s)

    prutser, knoeier

    v.: foefelaarster

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Blijkbaar verwant met Foef. In Zuid-Nederland.
    2. Slecht of morsig werk leveren, knoeien, morsen.
    “Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven” De Bo (1873)

    ook in de Kempen

    zie foefelen

    Die foefelaar is aan mijn auto aan ’t werken geweest en mijn handrem werkt helemaal niet meer.

    > andere betekenis van foefelaar

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Jul 2025 20:48
    0 reactie(s)

    smodderen
    (ww. smodderde, gesmodderd)

    morsen (vnl. met een vloeistof), vlekken maken, knoeien

    vnw: morsen, kliederen, knoeien

    zie ook smossen, mozen, zwanselen, kwanselen, sturten, smodder, aansmodderen

    ook in de Antwerpse Kempen

    Kijk toch eens hoe ge smoddert! Ik denk dat uwen tob rint.

    Als kinderen maar kunnen smodderen, dan leven ze!

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 05 Jul 2025 20:24
    2 reactie(s)

    voldesteren
    (ww., desterde vol, volgedesterd)

    vuil maken

    < zie ook desteren, dashteren

    Miljaarde, ik heb mijn schoon wit hemd volgedesterd met saus.

    De hond heeft gans de vloer volgedesterd bij het leegeten van zijn kom.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Jul 2025 20:16
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.