Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
primula
<a href=“https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Primula_veris_090510.jpg”>
uitspraak in de Kempen: arebloem
Cornelissen P.J., & Vervliet J.B. (1899-1903). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen):
eierbloĚm, eierblom (uitspr. eirə-), znw., v. – Sleutelbloem, Fr. primevère, Lat. Primula veris.
In het voorjaar koopt ze elke keer arebloemekes voor in haren hof te planten.
sjoemelaar, bedrieger
vnw: sjacheraar, sjoemelaar
v.: foefelaarster
niet in Van Dale 2015 online
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Blijkbaar verwant met Foef. In Zuid-Nederland.
Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
zie ook foefelen
“Ik had dan een kaart waar je elke dag een glas melk moest op tekenen. En ook een glas melk drinken natuurlijk. Indien je dat een bepaalde tijd deed werd je lid van de melkbrigade en kreeg je een lidkaart. Ik was een foefelaar want ik lustte geen melk!” (happymama.be)
“Ik ken vzw‘s maar al te goed en ik weet dat in elke vzw er minstens één foefelaar zit die door gebrek aan controle af en toe enkele duizenden euro’s kan doen verdwijnen.” (uit een forum)
“Mijn vriendin heeft geen weet van een buitenlandse rekening, haar ex-man was/is een grote “foefelaar” als het op geldzaken aankwam/komt." (juridisch forum)
> andere betekenis van foefelaar
prutser, knoeier
v.: foefelaarster
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Blijkbaar verwant met Foef. In Zuid-Nederland.
2. Slecht of morsig werk leveren, knoeien, morsen.
“Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven” De Bo (1873)
ook in de Kempen
zie foefelen
Die foefelaar is aan mijn auto aan ’t werken geweest en mijn handrem werkt helemaal niet meer.
> andere betekenis van foefelaar
morsen (vnl. met een vloeistof), vlekken maken, knoeien
vnw: morsen, kliederen, knoeien
zie ook smossen, mozen, zwanselen, kwanselen, sturten, smodder, aansmodderen
ook in de Antwerpse Kempen
Kijk toch eens hoe ge smoddert! Ik denk dat uwen tob rint.
Als kinderen maar kunnen smodderen, dan leven ze!
vuil maken
Miljaarde, ik heb mijn schoon wit hemd volgedesterd met saus.
De hond heeft gans de vloer volgedesterd bij het leegeten van zijn kom.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.