Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
De lont van een kaars of olielamp
syn. lemmet, pit
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij wiek: Lont, pit bestemd om te branden.
Pit van een kaars of lamp; kaarsepit; lampepit; lampekousje. Thans nog in Vlaams-België en in Zuid-Oost-Nederland aangetroffen.
zie ook kaarswiek
Ge moet de wiek terug naar boven halen. Ze brandt bijna niet meer.
industriële installatie voor grootschalige waterzuivering
![]()
Waterzuiveringsstation Antwerpen-Zuid
Van Dale 2016 online: BE
bruzz.be: Eind 2009 liet Aquiris, uitbater van waterzuiveringsstation Brussel-Noord, dagenlang ongezuiverd afvalwater de Zenne instromen.
ecohuis.antwerpen.be: De grote “paaseieren” van het waterzuiveringsstation op de Noordersingel zijn goed te zien vanop het dak van het MAS.
Opvallend veel coronadeeltjes in Antwerps rioolwater –
27 aug. 2021 — Het rioolwater in het waterzuiveringsstation Antwerpen-Zuid op het Antwerpse Kiel bevatte op 23 augustus 85,7 RNA-concentraties van het … (hln.be)
vnw: bes
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bees
znw. vr., mv. bezen. Uit Middelnederlands bese, een vorm die tot heden toe in het Vlaamsch is bewaard. Bijvorm van Bezie en van Bes.
Van Dale 2018: bees
niet algemeen
bes
West-Vlaanderen (NW): beier
“Wij hebben bezekes in de tuin. Rode bezekes, en het zijn er VEEL. De afgelopen 2 weken pluk ik dagelijks een heel mand vol, en je ziet …” (veerleschrijftblog Jun 23, 2017)
> andere betekenis van bees
filet americain, rundsgehakt
(Belg. Fr. filet américain)
Het woord is nu standaardtaal, maar stamt uit België.
vnw: américain (preparé) (de)
• filet américain
Een boke met americain en ketchup
vanouds: frak die men aantrekt om mee in de processie te gaan
deftige jas, zondagse jas, beste kleedsel
Daar stapte midden over de steenweg, zonder groeten, zonder omzien, de hoofdman van de boogschutters, de Roervogel, zoals de mensen de wagenmaker in de wandeling noemden; hij rookte een dikke sigaar, had zijn baardje in een puntje laten knippen en liep al van ’s morgens vroeg met een stijve hoed en een processiefrak. (Jozef Simons, Eer Vlaanderen vergaat)
Alleen, tusschen al de aanwezigen, droeg hij eenen laken processiefrak, en een grooten witten col, als kwame hij van Lokeren. (Guustaaf Segers, De Vlaamsche Kunstbode)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
