Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
enkel
< knoes = kraakbeen;
knoesel: verkleinwoord van knoest (uitwas)
West-Vlaanderen: knoezel
zie ook verzamellemma geneeskunde
Beatrijs had haar knoesel behoorlijk pijn gedaan door in het keldergat te schieten.
> andere betekenis van knoesel
enkel, zie ook knoesel
zie andere definitie van knoezel
Ik ben gevallen met de fiets en heb mijn knoezel gebroken.
Bij het fietsen schoot hij van het pedaal en bezeerde daarbij zijn knoezel.
Gemakkelijk, toegeeflijk, meegaand
Dat is een hennige kerel!
Dat is nu eens een man die alles doet wat je vraagt en niet tegenspreekt !
Wordt vaak gebruikt voor mannen die goed naar hun vrouw luisteren, let op: een ‘sloef’ is nog een statie verder!
> andere betekenis van hennig
over een gebruiksvoorwerp: handig, geriefelijk
over een persoon: “nen hennige”; mooiprater, iemand die de clown uithangt, die zich onttrekt aan zijn verplichtingen
geassimileerd händig/hendig
Ik heb een electrische fruitpers gekocht. Da’s echt iets hennig!
Da’s nen hennige! Veel beloven, maar als het erop aankomt ziet ge hem niet!
> andere betekenis van hennig
knap, mooi om zien
Oh, da’s nen hennige! (als vrouwen een knappe kerel onder ogen krijgen)
Een hennig schaphaaske (scherts. voor een opgewekt jong baasje, een streling voor het oog)
> andere betekenis van hennig
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.