Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wulk, eetbare zeeslak
etymologie zie: caracole
Brussel: caricollen
De karakollen van het kraampje van Mariette zijn de beste.
lies
Woordenboek der Nederlandsche Taal: eechenis
— Engenis, Eekenis, znw. vr. Blijkbaar onder den invloed van woorden op -nis ontstaan uit Latijn inguen.
-Lies. In zuidelijke dialecten nog in gebruik (zie Cornelissen-Vervliet, op eekenis)
uitspraakvarianten: iekenis, jiekenis, jigenisch
As ik gon lopen, doe m’n iejkenis altij ’t eerste zeer. (Als ik ga joggen, doet mijn lies altijd het eerste pijn.)
vergiet, teems, zeef
< van het werkwoord zijgen (verwant met zijen): o.a. naar beneden vloeien (uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal)
“Een kopere sijghe, een haute sijge” (St.-Truiden 1672)
synoniemen uit verschillende regio’s: trizee, stramijn, verzijp, temst
De legumesoep door de zijg doen.
Maak uw zijg eerst schoon, eer ge de aardappelen doordoet (doordoen).
zeef, teems
lokale uitspraak: zaajbaor
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Zijbaar, vergiet; zij.
Bij Weyns, Volkshuisraad in Vl. (1733).
— Aan de Maaskant is zijbaar inderdaad het gewone vergiet: ”een coperen zijdebaer”
zie ook: zijg, zoajgboar
synoniemen: trizee, stramijn, temst, verzijp
De soep doordoen met de zijbaar.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
