Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    genoffel
    (de ~, (v.), ~len, ~s)

    1) anjer
    2) vrouwelijk geslachtsdeel
    3) bijnaam voor een vrouw (in de Kempen)
    4) koosnaampje voor een kindje, een meisje (in de Kempen)

    uitspraak: zjenoffel, zjenoefel: met doffe e zoals in ‘het’
    uitspraak in Antwerpen: klik op het luidsprekertje

    < Frans: girofle (hoewel dit een andere plant is; clou de girofle = kruidnagel)

    Van Dale online 2017: ge­nof­fel, 1287, va­ri­ant van gi­rof­fel
    - niet al­ge­meen an­jer, an­je­lier
    - vormvariant jenoffel, gi­nof­fel

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: De oude naam van de anjer is genoffel (uit ouder g(e)roffel ‘anjer; kruidnagel’ < Frans girofle ‘kruidnagel’ < Laatlatijn caryophyllon < Grieks karuophullon). Dit woord en varianten ervan komen plaatselijk nog voor in Zuid-Nederlandse dialecten.

    Limburg: kernoeffel

    Dianthus caryophyllus

    Hij had voor zijn afspraakje een witte zjenoffel op de rever van zijn vest gestoken.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Dec 2017 18:21
    6 reactie(s)

    agauw
    (bijw.)

    algauw, versterking van gauw

    zie ook allegauw, allegaa

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    algauw: versterking van gauw. In het Zuiden.

    Kom, geeft dat agauw hier, ik zal da wel arrangeren.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Dec 2017 18:18
    3 reactie(s)

    agauw
    (bijw.)

    algauw, versterking van gauw

    zie ook allegauw, allegaa

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Agauw komt van algauw = bijwoord uit al + gauw: versterking van gauw. In het Zuiden.

    Kom, geeft dat agauw hier, ik zal da wel arrangeren.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Dec 2017 18:15
    3 reactie(s)

    stechelen
    (ww., stechelde, gestecheld)

    koppen, mokken, dweis zijn

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Mokken, wrokken, dwars zijn, pruttelen (tegen iemand of iets). In het Zuiden der Kempen.
    Hij stechelt tegen iedereen, Cornelissen-Vervliet (1899)

    Nu is het genoeg geweest met dat stechelen. Ge loopt al 3 dagen rond met een gezicht van 7 dagen onweer.

    Niet stechelen omdat ge uw goesting niet krijgt he kameraad.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 03 Dec 2017 18:10
    0 reactie(s)

    stechelen
    (ww.)

    houdt het midden tussen treiterend ruzie maken en van mening verschillen, kibbelen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Een in dialecten voorkomend woord, dat daarnaast de vormen steggelen en stachelen, staggelen vertoont (zie b.v. Schuermans (1865-1870)). Volgens De Jager is het een frequentatieve vorm bij Steken, waarbij de ch op Hoogduitse invloed wijst (hd. stechen: als term in ’t kaartspel); voor de vormen met a wil Schuermans denken aan hd. stacheln: steken.

    Treiter elkaar niet zo, hou op met dat stechelen!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 03 Dec 2017 18:08
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.