Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
niet geslaagd zijn, onvoldoende halen, flessen
definitie ANW: buizen
1. ((vooral) in België)
een onvoldoende krijgen voor een examen; zakken
buizen
2. ((vooral) in België)
iemand laten zakken voor een examen; iemand een onvoldoende geven
< Afleiding van het zn. buis in de uitdrukking iemand zijn buis geven ‘hem afzeggen, een blauwtje laten lopen’, een buis krijgen ‘zakken (bij examens)’, meestal opgevat als een afleiding bij het werkwoord buizen ‘slaan’, een nevenvorm van buischen ‘slaan, kloppen’ (1573; Woordenboek der Nederlandsche Taal), (mhd. biuschen ‘id.’).
Ik ben gebuisd op aardrijkskunde.
“buizen, gebuisd worden ‘zakken’” (1865–70; Schuermans)
glijden
< Middelnederlands: ‘slideren’ , onder invloed van ‘sleuren’.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Glijden
- Op ijs of sneeuw. In dit gebruik in Holland niet gewoon.
- Glijdende danspassen doen, dansen. In Zuid-Nederland.
West-Vlaanderen: sleren
zie ook slijderen, uitslieren, slierbaan
Het is gevaarlijk op het ijs, want ge kunt beginnen slieren.
Hij (liep) graag in het spichtig Decembergras of slierde op het oneffen ijs van de goot aan den zijgevel, (DE VOS, Vl. Jong. 1879)
…zoo gauw was ’t gedaan om voort te slieren in de dronkene voldaanheid —: ’t was zijn eigen bruiloft dat hij vierde! STIJN STREUVELS, Minneh. (1903)
kan vanalles zijn
vgl. stoffatie
< waarschijnlijk van stoffage < stoffeeren;
grondstof, fournituren, geweven stof, bekleeding, stoffeering, enz. (uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal)
NL: spul
Ik gebruikte goeie stafatie om de kader te lijmen (de lijm is dus dé goeie stafatie).
Ik ben ziek; de dokter gaf me goeie stafatie (goeie medicijnen).
fret, bunzing
Hageland: fisch
West-Vl.: fiesjow
< mogelijk ontleend aan het Waals/Picardische fichau, zoals het Engelse (archaïsch) fitchew.
Fichau zou zelf een diminutief zijn van het Middelnederlands fis (bij Kilaan visse, fisse, vitsche).
Vis is vermoedelijk af te leiden van een stam ‘fis’ waarbij ook veest en vijsten behoren. (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
In het Engels betekent “vixen” een vrouwelijke vos en is het ook een scheldwoord voor “gemene vrouw”. Volgens Van Dale wordt ook het woord “fist” (variant van fis) gebruikt als scheldwoord voor “venijnige vrouw”.
Er zat een fis in het kippenhok.
een niet al te slim persoon
uitspraak Herenthout (Huirtuit): petuitters (korte ui)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Oneigenlijk voor: een mensch met weinig verstand.
B.v in het Westvlaamsch: Een onnoozele patater, De Bo (1873).
De “Petuitters” was ooit de bijnaam van een familie boerenkinderen, die niet al te proper en niet al te slim waren.
Beste Patatter, Beetje met de deur in huis vallen, maar ‘het zit er op’ dit schooljaar… (pat@ juni 2010, Mechelen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
