Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) broekophouders (SN)
2) schouderbandjes van een BH
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ontleend aan Frans bretelle, meestal in het meervoud bretelles, dat zelf weer ontleend is aan Oudhoogduits britil ‘teugel, toom’.
1) Zijn broek hangt altijd tot op zijn hielen. Wij hebben hem mooie bretellen gekocht voor zijn verjaardag.
2) De bretel van haar BH was over haar linkerschouder omlaag gezakt.
giechelen, lachen
uitspraak in Antwerpen: klik op het luidsprekertje om het woord te beluisteren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Giechelen
Van dezelfde basis als gijbelen, giebelen en gibbelen.
Gewestelijk in Vl.-België. schuerm. (1865-1870).
- Ze zagen er een verdachte toespeling in op de meisjes, omdat een paar jonge blaren aan ’t gibberen gingen, Claes, De Witte (1920).
- Op die achterste banken werd er altijd gewesterd (westeren) en gegibberd door eenige jonge mannen, Claes, Fanf. (1924).
zie ook gegibber, gibber, gibberzjat
Het kindje gibberde van plezier toen oom gekke bekken trok.
huilen
kweiken of bleiten of schrieëven
Woordenboek der Nederlandsche Taal: kweken: Ook voor het huilen van kinderen (zie de zuidndl. idiotica),
Marieke heeft nog dagen aan een stuk zitten te kweiken omdat haar lief het afgemaakt had.
Ze heeft nogal een stukske afgeblèt.
Moet ge daar nu zo voor schrieëven?
1) afkorting van niet, ook wordt nie gebruikt
2) wordt gebruikt als verdubbeling/versterking van een ontkenning
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
1) Uit niet is in verschillende dialecten ook ontstaan nie, waarschijnlijk wanneer het woord met weinig klem werd uitgesproken, maar de vorm niet is in de algemeene taal toch de juiste vorm gebleven, in verschillende streken in de spreektaal gewoon, in andere onbekend.
2) In de oudere taal werd ‘niet’ toegevoegd in een zin waarin eenig woord voorkwam dat een ontkenning behelsde. Dit gebruik is nu nagenoeg verouderd (vgl. echter niemand niet?)
1) Die koele blauwe kleur staat u ni, ge zou beter een warmere tint nemen, dan straalt ge.
Kindertjes van ca 5 jaar vragen allicht :‘Waarom of waarom ni’
2) Het kan ook nooit ni goed zijn.
Ik heb hem nieverans ni gezien.
Met dat prachtig nazomer weer waren we gaan wandelen. We waren de enige toen want we hadden niemand ni gezien.
deugniet, kwajongen
< verbastering van Krowaat < Kroaat
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Door den slechten naam waarin de Kroatische soldaten stonden werd het woord (ook in den vorm krawat en karwat; zie b.v. joos 1900-1904) in Antwerpen en omgeving een scheldwoord.
Men bezigt het voor:
> een deugniet of voor iemand die niet deugt voor zijn werk, en ook in minder ongunstigen zin voor een fopper of plaaggeest, of voor een halven gek. Zie schuerm. (1865-1870)
zie ook krawaat (van Lille)
A ge mè zo’n krawaten op schok zijt, kan het wel eens voorvallen dat ge ambras krijgt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
