Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mouwloos, aan de hals uitgesneden, aansluitend hemd dat wordt gedragen als onderlijfke of als T-shirt
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal.
Nederland: singlet
< Frans: le marcel.
Volgens de legende zou het marcelleke zijn naam te danken hebben aan de bokser Marcel Cerdan. Meer waarschijnlijk is de naam ontstaan in de 19de eeuw wanneer de “Etablissements Marcel” het kledingstuk in serie fabriceerden.
Klik op de afbeelding
Klassiek marcelleke
Onder mijne pull heb ik altijd een marcelleke aan.
demorgen.be: ‘Wie loopt bij deze hitte dan niet in een marcelleke’ (H.Camps)
fluwelen stof
bn. panen
< Frans XIde eeuw, pane, panne: zeer licht fluweel, oorspronkelijk van zijde < Latijn penna = pluim
WNT: Paan: ME.: pelswerk, bont voor een kleedingstuk,
later overgedragen op andere kostbare stoffen die aanvoelden als bont en eveneens voor het versieren van de kleeding der aanzienlijken werden gebruikt. Zekere harige stof voor kleederen; fluweel. In Z.-Nederl.
zie ook poane, vloer, floer, floeren
Met oudjaar trek ik mijn nieuw panen kleedje aan.
gebakje
WNT: 3. In Zuid-Nederland, in navolging van het Frans Gebakje, taartje, pasteitje.
Van Dale 2017: pateeke
1. BE; spreektaal gebakje, taartje
Klik op de afbeelding
Verschillende pateekes
We hadden lekkere pateekes voor bij de koffie.
gebakje
WNT: 3. In Zuid-Nederland, in navolging van het Frans Gebakje, taartje, pasteitje.
Van Dale 2017: pateeke
1. BE; spreektaal gebakje, taartje
We hadden lekkere pateekes voor bij de koffie.
onkruid dat veel in het koren groeit (vicia craeca)
We wandelden tussen de korenvelden en zagen hoe de krokke woekerde in de rogge.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
