Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
regio Boom
goedaardig iemand;
SN: goedzak
Onze Rik das nen egte goezak: di veronsguldigt znyge nog me dan ne Kanadees!
regio Boom
grabbelen
WNT: groebelen
Op goed geluk rondtasten, grabbelen, graaien, wroeten, woelen. Verg. GROBBELEN.
— “Groebelende in die notulen, ze stuksgewijze en abrupt citeerende, de zaken uit haar verband rukkende enz.”, Vaderlandsche Letteroefeningen 1872
< grob zoveel men met de hand kan pakken (brab., limb.). ~ Middelnederlands grobben ‘geld bijeenschrapen’ (= eng. grub) ~ hgd. grübeln ‘piekeren’ ~ graven. Nl. grobbelen en grabbelen zijn door contaminatie met krabbelen ontstaan. (A.A. Weijnen)
zie grop en grobbeke
Wa zitte da na in die schuif te groebele, tlij in de kas!
(W-Vloms) beitel
(Ellen’s vaodre van de Vlonders) Gif dien ijzere da is! (krygt nix – wordt geagiteerd) Din ijzere, DIN IJZERE!! (Swa den Bomenaar, vried gekonfuseerd) Ma wa?? Ah, den beitel bedoelde gij!! (De veronderstelde samewerking verliep ni vlot – wie zei ok we da West-Vloms en Brabans geen tale za zn…(Ik weet een derde: Limburgs! – Babelonie in Vlaandre, jawel!!))
(in regio Boom) gebied waar taalconfusie heerst
< Babylon
Ne geboren’en getoge Zultenaar en dito Bomenaar onder één dak, en tóch geen Babelonie, ra(ar) ma wa(ar)!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.