Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- chagrijnig persoon
- iemand van Temse
ongemarkeerd in VD2015 online, maar toch van VL oorsprong:
‘azijndrinker, azijnpisser, azijnzeiker, azijnzuiper: chagrijnig persoon; zuurpruim*; kniesoor*. Het gaat hier om een leenvertaling uit het Frans (in deze taal werd pisse-vinaigre reeds in 1628 opgetekend en dit voor zowel ‘vrek, gierigaard’ als voor ‘chagrijnig, sikkeneurig persoon’). In Vlaanderen raakte de leenvertaling rond 1900 in zwang, waarna het woord later ook in Nederland bekend raakte, aanvankelijk in militaire kringen.’(etymologiebank.nl)
die Azijnpissers kunne ni sjotten!
De bloem gekend als Afrikaantje (Tagetes)
De geur van deze plant houdt wormpjes en ander ongedierte weg wat haar in de volksmond ook de bijnaam “stinkertje” heeft opgeleverd. (info: wikipedia)
In het seizoen zie je in veel volkstuintjes stinkerkes staan in alle kleuren.
het gedeelte voor of naast een huis
ruimte (meestal onverhard) onmiddellijk naast de woning
In de regio Aarschot was de messink het erf van de hoeve of in alle geval de meestal onverharde ruimte achter het huis
Ik ga het onkruid uittrekken op de messing.
Kinderen, jullie mogen buiten gaan spelen maar wel op de messing blijven.
Elke zaterdag moesten wij kinderen de messink keren met de grove borstel en aan de zijkanten gritselen.
(regio Boom)
kuren, loet: slecht humeur
As de Vigo groot is eh, awel, atem dan zen kieten y, dan ga die Kristof zo over de muur in de messing van de buurvra smijte, let oep mn woorde!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.