Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
uitglippen van de hak van een schoen, meestal doordat die te groot is
Zijn schoenen zijn veel te groot, kijk hoe hij loopt.
Ziet die na goan, zen schoene “sleffen uit”.
Het is best dat ge een kleinere schoen neemt, want ze sleffen uit als ge voortgaat.
uitglippen van de hak van een schoen, meestal doordat die te groot is
Zijn schoenen zijn veel te groot, kijk hoe hij loopt.
Ziet die na goan, zen schoene “sleffen uit”.
Het is best dat ge een kleinere schoen neemt, want ze sleffen uit als ge voortgaat.
ruzie, moeilijkheden
Het WNT verwijst bij triebeltrode naar tribel:
ook tribbel- Wellicht vernederlandsching van Oudfrans tribol, ook ontleend als triboel eventueel met vocaalverkorting tribbel; verg. hd. tribel. Thans nog in West-Vlaanderen, waar ook de verlengde vorm triebeltrode (brugsch tripeltrote) voorkomt.
- triboel: van Oudfrans triboul, een afleiding van tribouler, van Latijn tribulare.
Ik kom altijd in tribbetrote met papieren die moeten ingevuld worden.
Sinds Jan in een dronken bui tegen de voordeur van zijn buurman piste, ligt hij in tribbetrote met hem.
fictieve plaats in een volksverhaal
zie tribbetrote
WNT: bij tribel:
TRIBBEL — Wellicht vernederlandsching van oudfrans tribol, ook ontleend als triboel. Thans nog in West-Vlaanderen, waar ook de verlengde vorm triebeltrode (brugsch tripeltrote) voorkomt (De Bo (1873)).
- Moeilijkheden, verwarring.
- Triebeltrode in denzelfde zin van wanorde, verwarring, ook in toepassing op een geestelijke gesteldheid.
“Het ligt al in triebeltrode” De Bo (1873).
“Was dat eene triebeltrode in dat huis” De Bo.
“Hij was in zulk eene triebeltrode dat hij niet wist wat hij zeide of deed” De Bo.
„Op een boerderij in Triebeltrote zaten rode mannetjes.”
(Uit de ‘Vlaamse Volksverhalenbank’: ID 16937 – nummer WVANH0026-0026. Aartrijke, 1970)
fictieve plaats in een volksverhaal
zie tribbetrote
WNT: bij tribel:
TRIBBEL — Wellicht vernederlandsching van oudfrans tribol, ook ontleend als triboel. Thans nog in West-Vlaanderen, waar ook de verlengde vorm triebeltrode (brugsch tripeltrote) voorkomt (De Bo (1873)).
- Moeilijkheden, verwarring.
— Triebeltrode in denzelfde zin van wanorde, verwarring, ook in toepassing op een geestelijke gesteldheid.
“Het ligt al in triebeltrode” De Bo (1873).
“Was dat eene triebeltrode in dat huis” De Bo.
“Hij was in zulk eene triebeltrode dat hij niet wist wat hij zeide of deed” De Bo.
„Op een boerderij in Triebeltrote zaten rode mannetjes.”
(Uit de ‘Vlaamse Volksverhalenbank’: ID 16937 – nummer WVANH0026-0026. Aartrijke, 1970)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.