Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
koosnaam voor een meisje; diminutief: treezebeezeke
ook treesebeze, trezebeesje of treesje
“Oh, mijn treezebeezeke toch, kom hier, ge moet nie sckreemen (schremen)”
Kom hier treesebeeze (schatje of bv. ook een schattig kind) dat ik je een knuffel kan geven.
koosnaam voor een meisje; diminutief: treezebeezeke
ook treesebeze, trezebeesje of treesje
“Oh, mijn treezebeezeke toch, kom hier, ge moet nie sckreemen”
Kom hier treesebeeze (schatje of bv. ook een schattig kind) dat ik je een knuffel kan geven.
spaak (van een fietswiel); balein (van een paraplu of korset)
Wat is er met uw velo gebeurd? Vier bleinen zijn gebroken in het achterrad!
Tijskaarten vas(t)spangen op de bleinen van uwe velo, daarmee kunt ge “ratelen”!
knoeien, morsen
zie smodderen mozen
Stop met smossen en eet uw bord leeg.
Ik heb mayonaise op mijn broek gesmost.
Voor mij een smoske met hesp, als ik dat opkrijg (opkrijgen) zonder te smossen, ben ik de heldin van den dag.
1) een triestig iemand
2) scheldwoord voor iemand wiens handelen maar triestig bevonden wordt
1) Boudewijn, dat was een triestigaard se.
2) standaard.be: ‘Triestigaard, smeerlap, lullo’s’
2) ednet.be: Jij blijft maar op de man spelen en sleurt nu ook mijn gezin er bij. Wie is hier nu de triestigaard?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.