Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
uitdokteren, oplossen
in Antwerpen: uitvingeren, uitfiggeren
< WNT: Uitfiggelen (Uitfichelen, Uitfikkelen), (gewest.) met gebrekkig materiaal, bep. een stomp mes, (ergens iets) uithalen (de bo (1873), teirl. (1922)).
Dat ziet er iets moeilijk uit. Maar geef me wat tijd en ik zal het uitfiggelen.
vaststellen, tot de vaststelling (de bevinding) komen
Ik moet eerst nog uitvinden hoe dat hij tot zo’n conclusie gekomen is.
Toen ik uitgevonden had wie er achter die uitspraak zat en wie de briefschrijver was, kon ik adequaat reageren.
uitvissen, opzoeken, uitpluizen
(meestal infinitief en voltooid deelwoord)
zie ook uitfiggelen
Ik moet eerst uitvingeren hoe ik dat spel kan doen marcheren.
Ze hebben uitgevingerd wat die gast vroeger ammel heeft uitgestoken.
“’T enige dat ik nu nog eens zou moeten uitvingeren is, 1 van mijn 2 volledig dichte panelen compleet naar wens aanpassen en van da gerammel van die ene HDD afraken.” (forum)
fluitje
zie ook schuifelet, schuflet, schuiferling
WNT: schuifeling, fluitje, in W.-Vlaand. (”De moordenaar stak het schuifeling en seffens verschenen er drie mannen uit den bosch”, de bo 1873; ”Hij dorst zijn schuifeling niet bekijken nog”, st. streuvels, Doodendans 156).
De schuifeling is opgeborgen in een doosje en ligt nu in de schuif.
fluitje
zie ook schuflet, schuiveling
→Fr. sifflet
Leiestreek: schuiferling, skuferling
West-Vl.: schuuflette, schuflet
werkwoord: schuifelen, schuffelen
De champetter blies op zijn schuifelet.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.