Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
marbol, knikker
Werd gebruikt om te knikkeren. Werd gespeeld in een vierkant (in een O) om de anderen uit het vierkant te schieten. Ook om vanaf een getrokken lijn op de zandgrond naar een putje in de grond te schieten en de anderen van het putje weg te schieten, de afstand werd dan gemeten in voetstappen of halve voetstappen.
Doe je mee knot schieten? In een “O” of naar een putteke.
van de nodige geldmiddelen voorzien, spekken
Van Dale:(algemeen Belgisch-Nederlands) van het nodige, m.n. van geldmiddelen voorzien
Zie maar dat ge goed gespijsd zijt als ge met de kinderen naar de kermis gaat.
De kas spijzen. (kas, de ~ spijzen)
zwaarder worden, verdikken
zie ook: aankomen
Amai, Mariette van de bakker is goed bijgekomen de laatste tijd.
knijpen, nijpen
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
soms ook: ‘pietsen’
Maasland: pietsje
< Middelnederlands: ‘pitsen’. Verondersteld verwant met It. ‘pizzare’ (steken), ‘pizzicare’ (knijpen), Fr. ‘pincer’ (knijpen), etc…
Zit niet zo te pitsen aan uw puisten. Goooh man, dat kan soms deugd doen als die druk weg is…
Moet ik eens in uw vel pitsen?
Mijn vriendin pitste in mijn arm, toen de man pizzicato begon te spelen op zijn contrabas.
eerst in iemands vel pitsen, niet loslaten maar met het vel draaien. De 2 putjes, zoals bij een slangenbeet, zijn de inkepingen van de nagels van duim en wijsvinger, die eerst wit zien, daarna rood.
Er was eens een venijnig meisje, in de lagere school, als ze het niet kon halen, dan gaf ze, met een grijzend smoelwerk van wraak, hare tegenstander altijd een slangenbeet.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.