Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    sittepit, ginne ~
    (uitdr.)

    geen sikkepit

    Ik ken daar ginne sittepit van.

    “Mateke, daar geloof ik geen sittepit van.” (seniorennet.be)

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 14 Apr 2015 16:31
    0 reactie(s)

    nuldebotten
    (bw.)

    niets, nada, gene sikkepit, …
    ook botten, nul de ~

    Onze Jeroen heeft weer eens een buis voor fysica, maar hij heeft er dan ook nuldebotten voor gedaan.

    Ik heb daar nuldebotten mee te maken. ’t Is hun zaak, zij moeten het maar zien op te lossen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 14 Apr 2015 16:27
    3 reactie(s)

    botten, nul de ~
    (uitdr.)

    niets;
    ook nuldebotten

    Voor onze huwelijksverjaardag had ik wel een bloemeke verwacht…ja, tarara, nul de botten! Maar soit, hij heeft het achteraf goedgemaakt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 14 Apr 2015 16:27
    0 reactie(s)

    hukken
    (de ~ (mv.))

    hurken
    zie ook hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan

    MNW: Mn:. hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.

    De kindjes zitten allemaal op hun hukken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 14 Apr 2015 15:04
    0 reactie(s)

    hukken
    (ww., hukte, gehukt)

    hurken

    ook zich hukken, zijn eigen hukken
    vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan

    VD online: gewestelijk: huiken

    MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
    - Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
    - Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.

    WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieƫn te buigen
    > veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
    - Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
    > Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.

    Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.

    - Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
    - Ikke!
    - Ikke ook!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 14 Apr 2015 14:55
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.