Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
torso, borstkas, carrure (afstand van schouder tot schouder)
overdrachtelijk: brede lichaamsbouw,
< Frans carrure (idem) < carré (vierkant)
ook figuurlijk gebruikt, zie karuur (afzonderlijk lemma)
IJ eed een breed karuur. (Hij heeft een breed karuur)
zie karuur
Van Dale: carrure
zelfstandig naamwoord; de (v); meervoud: carrures
Frans
(Belgisch-Nederlands, spreektaal) postuur, lichaamsbouw
“Bronnen bij de PS zeggen dat hij een goede kennis heeft van zijn dossiers, maar dat hij de “carrure” mist om het gezicht van Brussel te zijn." (deredactie.be)
zie karuur
Van Dale: carrure
zelfstandig naamwoord; de (v); meervoud: carrures
Frans
(Belgisch-Nederlands, spreektaal) postuur, lichaamsbouw
;
twee zaken verkrijgen in één moeite
SN: twee vliegen in één klap
“Twee vliegen in één slag: je steunt Broederlijk Delen én je beleeft een aangename boeiende avond! Welkom iedereen!” (parochielint.be)
uitgaan, gaan drinken
ook VT: op de lappen geweest zijn.
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel
vgl. WNT:
Drank of spijs in zijn lijf enz. lappen, — (naar) binnen lappen, naar binnen slaan, gulzig gebruiken; ook wel zonder ongunstige bijgedachte voor: drinken, eten.
lappen: drinken, ook uitlappen: ”Een glas bier uitlappen”, de bo (1873)
zie lapzak
Lappen, ”de herbergen afloopen in stede van te werken” (joos (1900-1904), corn.-vervl.)
Elke vrijdagavond ging zatte Pierre steevast op de lappen met zijn maten.
Hij is heel de nacht op de lappen geweest.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.