Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    karuur
    (het ~, geen mv. onz. zelfst. nw.)

    torso, borstkas, carrure (afstand van schouder tot schouder)
    overdrachtelijk: brede lichaamsbouw,
    < Frans carrure (idem) < carré (vierkant)
    ook figuurlijk gebruikt, zie karuur (afzonderlijk lemma)

    IJ eed een breed karuur. (Hij heeft een breed karuur)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Apr 2015 13:51
    9 reactie(s)

    carrure

    zie karuur
    Van Dale: carrure
    zelfstandig naamwoord; de (v); meervoud: carrures
    Frans
    (Belgisch-Nederlands, spreektaal) postuur, lichaamsbouw

    “Bronnen bij de PS zeggen dat hij een goede kennis heeft van zijn dossiers, maar dat hij de “carrure” mist om het gezicht van Brussel te zijn." (deredactie.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Apr 2015 13:50
    0 reactie(s)

    carrure

    zie karuur
    Van Dale: carrure
    zelfstandig naamwoord; de (v); meervoud: carrures
    Frans
    (Belgisch-Nederlands, spreektaal) postuur, lichaamsbouw

    ;

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Apr 2015 13:48
    0 reactie(s)

    vliegen, twee ~ in een slag
    (uitdr.)

    twee zaken verkrijgen in één moeite
    SN: twee vliegen in één klap

    “Twee vliegen in één slag: je steunt Broederlijk Delen én je beleeft een aangename boeiende avond! Welkom iedereen!” (parochielint.be)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Mar 2015 19:01
    0 reactie(s)

    lappen, op de ~ gaan
    (uitdr. )

    uitgaan, gaan drinken

    ook VT: op de lappen geweest zijn.

    VD2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel

    vgl. WNT:
    Drank of spijs in zijn lijf enz. lappen, — (naar) binnen lappen, naar binnen slaan, gulzig gebruiken; ook wel zonder ongunstige bijgedachte voor: drinken, eten.
    lappen: drinken, ook uitlappen: ”Een glas bier uitlappen”, de bo (1873)
    zie lapzak
    Lappen, ”de herbergen afloopen in stede van te werken” (joos (1900-1904), corn.-vervl.)

    Elke vrijdagavond ging zatte Pierre steevast op de lappen met zijn maten.

    Hij is heel de nacht op de lappen geweest.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Mar 2015 18:42
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.