Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
sla, salade
zie ook salaat
(1544) Frans ontleend aan Oudprovençaals salada (lett.: dat wat gezouten is). Het woord is afgeleid van sal = zout – salade betekent dus: zout gerecht.
Eng: salad
Bij elk gerecht wordt salaad en tomaten gegeven.
ne stutte met smutte = een boterham met boter, vet
Ons vake eet graag stutten met smutte.
Ons vake eet graag boterhammen met boter of vet.
1. mannelijk geslachtsdeel
2. koosnaam
1. Dienen heeft nogal ne groten tiesj, he
2. Ge zijt mijn liefste tiesjke
Fr.: seuil
Ik kwam thuis, en onze Emma zat op de zulle.
Wij hebben goede buren, maar we lopen er toch het gers van de zulle niet.
- babbelen, spreken, praten, kletsen
- langdurige besprekingen voeren, langdurig onderhandelen
zie ook gepalaber, palaberen, gepalaver, palaber
Waar mannen over palaveren, voeren vrouwen uit. (De Standaard, 1996)
Over wat hadden jullie te palaveren, het duurde zo lang?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.