Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
hetzelfde willen dat een ander heeft
Je moet niet steeds staan afschoepen, je hebt evenveel als je zus.
tegengesteld, daarentegen
< Frans par contre
Gisteren nog gaven ze -5 en par konter, vandaag kon je in je hemdsmouwen lopen; ze waren er weer ferm naast.
een sprookjesland of een fictieve plek
Lijkt in de regio Zedelgem gebezigd te worden.
zie tribbetrote
WNT:
TRIBBEL —, znw., mv. -s, en bnw. Wellicht vernederlandsching van ofr. tribol, ook ontleend als triboel (zie ald.), event. met vocaalverkorting tribbel; verg. hd. tribel. Thans nog in W.-Vl., waar ook de verlengde vorm triebeltrode (brugsch tripeltrote) voorkomt (DE BO (1873)).
ZNW:
Moeilijkheden, verwarring; in de 2de en 3de aanh. in toepassing op een toestand of een periode van politieke onrust: troebelen.
— In de door GEZELLE (± 1880) aangeteekende uitdr. nom de tribele, wsch. een bastaardvloek.
— Triebeltrode in denz. zin van wanorde, verwarring, ook in toepassing op een geestelijke gesteldheid.
BNW: verward, troebel
„Op een boerderij in Triebeltrote zaten rode mannetjes.”
(Uit de ‘Vlaamse Volksverhalenbank’: ID 16937 – nummer WVANH0026-0026. Aartrijke, 1970)
zinkbewerker
De blekslager behandelde vroeger het meest zink, nu is daar ook koper, bladlood, aluminium, enz. bijgekomen.
snottebel, snottepiet, snotpiet
Iemand de pieten uit zijn neus halen (hem tot op zijn hemd uitvragen).
Gij gaat mij de pieten niet uit mijn neus halen, gij! (van mij zult ge niks vernemen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.