Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
chicorei
zie ook: bittere
Antwerpen en Lier: bitterpeeje
Vroeger deed ons ma altijd bitterpee in de koffie.
chicorei
zie ook bitterpee
Lier: bitterpeeje
Onze va deed altijd veel te veel bittere in de koffie en dan wat het echt niet meer te drinken.
1. voldoende goed, goed genoeg, zoals het hoort
2. zoals het was, in de oorspronkelijke staat
3. nauwelijks: in combinatie met “(nog) niet”
1. Ge moet uw handen tegoei wassen voor het eten.
Just tegoei! (of) krek tegoei! (net goed! het zal hem/haar leren)
Kunt ge nu nooit eens niks tegoei doen? (let op de dubbele negatie)
2. Dat komt nooit meer tegoei tussen die twee.
Ik weet niet of ik die kapotte broodrooster nog ooit tegoei krijg.
3. Zij zat nog niet tegoei neer of zij voelde zich weer misselijk worden.
krabster
een arme mens, iemand zonder geld
spreekwoord:
geen nagel hebben om aan zijn gat te krabben: geen geld hebben
Hij is een krabber en dat vertelt over op reis gaan alsof dat em stinkendrijk is.
(lett.) korenhalm (fig.) keel, strot
zie ook: strot, iemand zijn ~ toenijpen, stroot
Ge kunt ook iemand zijn korepijp toe(k)nijpen. In koelen bloede. Dat zult ge dan voor assisen moeten uitleggen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.