Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wordt in bepaalde gevallen al lachend gezegd voor zitvlak. Waarom armemensengat? Omdat het in twee stukken is.
- Die filmster heeft wel een schoon poepke!
- Och, het is ook maar een armmensengat.
die (mannelijk)
< “die” met analogische -en-uitgang
alternatieve spellingen: dieje, diejen, dië, diën, diene, dienen
Dieë vent
in het Brabants (dus ook in de provincies Antwerpen, Vlaams Brabant en Noord Brabant NL):
dieje vent, die vraa, da joenk
daane vent, daa vraa, da joenk (1 alternatief van vele)
in het AN:
die vent, die vrouw, dat jong
Bij eliptische gebruik kan het aanwijzende voornaamwoord ook worden voorafgegaan door het bepaald lidwoord en een aanduiding achteraf :
den dieje daa de die daa, da daa
den daane doe, de die doe, da doe
in het AN
die daar, die daar, dat daar
Dit is ongetwijfeld onvolledig en er zijn zeker stukken van Vlaams Limburg en Oost Vlaanderen waar deze verbuiging gewoon is.
zie ook dieën
Dieje kerel bevalt me niks, en die madam die hij bijheeft ook niet en dat joenk voorspelt niks goeds.
men moet zich riejeiken,om er aan te kunnen.
men moet zich in alle richtingen plooien om dat voorwerp te kunnen vastnemen.
Ik wou graag de box nemen in de berging, maar die stond net te hoog, ik kon me niet genoeg riejeiken en moest de ladder nemen.
zakkenroller; ook pickpocket
Men had ons gewaarschuwd alert te zijn op de trein naar Rome en we waren pas de grens voorbij of een piekpoket had al de portefeuille van onze proost in zijn eigen zak doen verdwijnen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.