Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die graag babbelt
vgl.: tong van lintjes
Met zo’n toenge van lintjes in de buurt zul je niet snel in slaap vallen.
Die toenge van lintjes, t’is gelik een bobiene (bobijn) die oflopt.
hij vertelt alles door
vgl: toenge van lintjes
Je moet aan hem niet te veel vertellen want hij heeft een tong van lintjes.
het ‘te deum’ is een hymne (voluit ‘te deum laudamus’, ‘wij loven u God’)
In België is het onlosmakelijk verbonden met de nationale feestdag omdat het onderdeel is van het dagprogramma waarop alle hoogwaardigheidsbekleders, de zogenaamde gestelde lichamen, aanwezig zijn. Op die manier krijgt het in België een andere betekenisinvulling dan de ‘hymne’ die VD als verklaring geeft. Er is zelfs een politieke connotatie omdat het onderdeel is van het gevoelige spanningsveld tussen kerk, staat en koningshuis.
Omdat den Berre vandaag de kroon doorgeeft aan de Fluppe (zie Berre en Fluppe) zijn er alvast twee uitzonderingen op de nationale feestdag: 1) Frank Deboosere heeft ervoor gezorgd dat er geen drasj national is, in tegendeel het wordt hoogzomer, en 2) de koning en de koningin, zowel de nieuwe als de oude, woonden het te deum bij; gewoonlijk is het koningspaar daar niet bij aanwezig.
bromvlieg, vlieg die haar eieren op vlees legt
< is de West-Vlaamse uitspraak van maneschijter; maan = larve die het vlees bederft (De Bo)
zie ook dol
Die maneschieter werkt me op de zenuwen, ik hoor hem brommen maar telkens ik hem bijna kan doodmeppen ontsnapt hij weer.
kinderachtig en truntachtig spreken
zn.: dreitelare- dreitelkouse
Ze is weer aan het dreitelen, ‘t is precies een klein kind, van zo’n dreitelare moet ik niet veel hebben.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.