Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
oorspr. betekenis: ambtelijk gewaad zoals toga, meestal voor mannen
hier: nachtjapon, slaapkleed
ook: Regio Gent Noord (Evergem, Lovendegem…)
VD2013 online: (gewestelijk)
Na het douchen trek ik meestal mijn tabbaard aan.
kledingstuk om in te slapen, een soort hemd met lange mouwen en dicht tot aan de hals.
bij de mannen was het vooraan korter met opzij een split
VD2013 online: tabbaard: nachtjapon (gewestelijk)
Ik heb mijn vader nooit in pyjama gezien, ook in de zomer droeg hij zijn flanellen tabbaart.
Meest belgische aller wegen. Kaarsrechte verharde verbindingswegen al of dan niet voorzien van lintbebouwing. Sommige zijn omgebouwd tot secundaire weg, andere tot snelweg.
De Steenweg op Luik is de vrijwel kaarsrechte en verharde verbindingsweg tussen de steden `s-Hertogenbosch en Luik die is aangelegd in de 18e eeuw. (wiki)
Scanderende Chiro-jeugd op tocht: ‘Macadam… macadam… macadamdamdamdam… steenweg…steenweg…’
tof (Was in de jaren 60 algemeen verspreid in de jongerentaal. Voorvoegsels zoals ‘kei’fak, bestonden nog niet.)
Dat is fak!
flets van smaak: té weinig smaakstoffen
G.V.D. 2005:
4.(gewestelijk) flauw (van smaak)
in Antwerpen stad: fleps, flebs (ook in de Kempen: Die soep is zoo flebs(ch). ’En fleps(ch)e peer. ’Ne fleps(ch)en reuk.) (Cornelissen, 1899)
De soep is té flets van smaak, gebruik wat meer kruiden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.