Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
plaatsmaken, het veld ruimen
VD2013 online: Belgisch-Nederlands
Hopelijk gaan appelsienen nooit de baan moeten ruimen voor sinaasappelen in het dagelijkse taalgebruik.
met iemand kunnen opschieten, met hem/haar overweg kunnen
VD2013 online: Belgisch-Nederlands; niet algemeen
Ik kan niet over de baan met domme, arrogante mensen.
We kunnen goed over de baan met onze Oosteuropese buren, toffe, vriendelijke mensen.
als vertegenwoordiger of werknemer in buitendienst werkzaam zijn, (handels)reiziger zijn
ook wel gezegd van iemand die zich prostitueert, tippelen, een baanhoer
Hij verkoopt stofzuigers; hij doet de baan.
Als commerciĆ«el salesmedewerker op de binnendienst ondersteun je je collega die de baan doet. (sic – uit vacature-site)
De baan doen brengt mij een pak meer op dan gaan schoonmaken.
Ge moet alleen zien dat ge de pooiers van uw lijf kunt houwen.
de tijd na het middageten, dat men wat rust neemt.
Binst de noenstond was ’t zo stille op de boerderie dat men allene de kiekens nog hoorde kakelen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.