Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Appel + perenstroop, Luikse siroop
zie ook: poepsiroop, proes
uitspraakvariant: poepjelei
Mijn moeder eet elke morgen poepgelei op haar boterham.
Ik zou graag wat zoets hebben voor op mijn boterham.
Neem de poepjelei maar, hij is zeer lekker.
onomatopoëtisch voor scheet, prot
“Poep” zei mij gat en mij gat sprak Frans.
“Halt” zei de boer of ik breek oe den hals.
“As ge mij den hals zult breken, zal mij gat geen Frans niet meer spreken.”
(zie ook geen niet meer)
naar wens voldoende, meer dan genoeg, ik kom meer dan toe
Nog e wa frit? – Nee, nee, merci, ik heb de winst genoeg frit.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.