Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kikker, kikvors
Uitspraak: veus of (ves), al naargelang de streek (ontronding)
Antw. stad: puit
Die smerige veussen in ozzen hof moake de godgansige nacht laweit.
(Die stomme kikkers in de tuin maken de godganse nacht lawaai.)
< 1287 ‘kikker’
Zweeds puta (gezwollen zijn), de grondbetekenis is ‘zwellen’ (Van Dale)
(AN) /pe:uut/ (Antw.) /pe:t/
Onze vijver zit vol puiten.
De puiten geven hier een luidruchtig concert..
< 1287 ‘kikker’
Zweeds puta (gezwollen zijn), de grondbetekenis is ‘zwellen’ (Van Dale)
(AN) /pe:uut/ (Antw.) /pe:t/
Onze vijver zit vol puiten.
De puiten geven hier een luidruchtig concert..
glijden
vgl slieren, uitslieren, gletsen, slibberen, uitslippen
zie ook afrijs, afrijzer, afritser, rijsaf, schuifaf, slierbaan, slijderbaan
uitspraak: sliederen, slidderen, …
< Middelnederlands: ‘slideren’, frequentatiefvorm van ‘slijden’ (vgl. Eng. ‘to slide’, vgl. Nl. ‘slede’)
Het is gevaarlijk op het ijs, want ge kunt beginnen slijderen.
“… inde sneeuw, ende op het ijs, ende t’opperste der Berghen, ende sittende, ofte ligghende op hare schilden, sy lieten hun soo van selfs nederwaerts slyderen, ende dalen, …” (uit ‘Van ’t Beghin der eerster volcken van Europen’, Adriaen Van Schrieck, 1614)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.