Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    slijderen
    (ww. slijderde, geslijderd)

    glijden
    zie ook uitslieren, gletsen, slibberen, uitslippen

    uitspraak: sliederen, slidderen, …

    < Middelnederlands: ‘slideren’, frequentatiefvorm van ‘slijden’ (vgl. Eng. ‘to slide’, vgl. Nl. ‘slede’)

    verwant hiermee: slieren
    afleiding: slijderbaan: glijbaan

    Het is gevaarlijk op het ijs, want ge kunt beginnen slijderen.

    “… inde sneeuw, ende op het ijs, ende t’opperste der Berghen, ende sittende, ofte ligghende op hare schilden, sy lieten hun soo van selfs nederwaerts slyderen, ende dalen, …” (uit ‘Van ’t Beghin der eerster volcken van Europen’, Adriaen Van Schrieck, 1614)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:37
    0 reactie(s)

    slieren
    (ww. slierde, heeft geslierd)

    glijden
    zie ook slijderen, uitslieren, gletsen, slibberen, uitslippen

    < Middelnederlands: ‘slideren’ , onder invloed van ‘sleuren’. Vgl. ook met slijderen

    WNT: Glijden
    - Op ijs of sneeuw. In dit gebruik in Holland niet gewoon.
    - Glijdende danspassen doen, dansen. In Z.-Ndl.

    West-Vl.: sleren

    zie ook: slierbaan

    Het is gevaarlijk op het ijs, want ge kunt beginnen slieren.

    Hij (liep) graag in het spichtig Decembergras of slierde op het oneffen ijs van de goot aan den zijgevel, (DE VOS, Vl. Jong. 60. – 1879)

    …zoo gauw was ’t gedaan om voort te slieren in de dronkene voldaanheid —: ’t was zijn eigen bruiloft dat hij vierde! STIJN STREUVELS, Minneh. 2, 222 (1903)

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:35
    2 reactie(s)

    gletsen
    (ww., gletste, gegletst)

    glijden, slieren, slijderen, uitslieren, slibberen

    Bemerk ook de overeenkomst met het Nederlandse woord ‘gletsjer’ (ijsveld in het hooggebergte dat door zijn eigen zwaarte naar beneden glijdt).

    Ook gebruikt in de zin van ‘laat u maar eens goed gaan’, ‘laat u maar eens goed gletsen’.

    Jongens, blijf maar van die hoop samengeveegde sneeuw af: ge gaat eraf gletsen en iets breken.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:33
    0 reactie(s)

    malheuren doen

    zie malheur, een ~ doen, malheur, maleur

    > Fr. malheur vs. bonheur: tegenslag vs. meeval
    schrijfwijze: 1174 mal eür, voor 1526 in den vorm malheur
    > eng. malheur (1471)
    > du. malheur (18de e.)

    Hij kon mij zo gerellig kwaad maken dat ik hem malheuren zou gedaan hebben.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:29
    0 reactie(s)

    malheur
    (zn., o. -en)

    1. ongeluk, ongeval
    2. kwetsuren, blauw plekken, schaafwonden

    zie ook: maleur, malheur, een ~ doen, malheuren doen

    > Fr. malheur vs. bonheur: tegenslag vs. meeval
    schrijfwijze: 1174 mal eür, voor 1526 in den vorm malheur
    > eng. malheur (1471)
    > du. malheur (18de e.)

    1. Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    2. Met te vallen met mijne fiets heb ik malheuren opgelopen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:28
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.