Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    malheur, een ~ doen
    (uitdr.)

    a) iets begaan
    b) een ongeluk begaan

    zie ook maleur, malheur
    ook meervoud: malheuren doen

    a) wreed-en_plezant.be: Hij brieste: “Lui stuk saboteur, weg of ik doe een malheur.” ’k Vloog eruit en ik kreeg schoon uitbetaald mijn laatste loon.

    b) Ziet dat ge geen malheuren doet.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:14
    0 reactie(s)

    malheur, een ~ doen
    (uitdr.)

    a) iets begaan
    b) een ongeluk begaan

    zie ook maleur, malheur

    ook meervoud: malheuren doen

    a) wreed-en_plezant.be: Hij brieste: “Lui stuk saboteur, weg of ik doe een malheur.” ’k Vloog eruit en ik kreeg schoon uitbetaald mijn laatste loon.

    b) Ziet dat ge geen malheuren doet.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:14
    0 reactie(s)

    slieren
    (ww. slierde, heeft geslierd)

    glijden

    < Middelnederlands: ‘slideren’ , onder invloed van ‘sleuren’. Vgl. ook met slijderen

    WNT: Glijden
    - Op ijs of sneeuw. In dit gebruik in Holland niet gewoon.
    - Glijdende danspassen doen, dansen. In Z.-Ndl.

    West-Vl.: sleren

    zie ook: slierbaan

    Het is gevaarlijk op het ijs, want ge kunt beginnen slieren.

    Hij (liep) graag in het spichtig Decembergras of slierde op het oneffen ijs van de goot aan den zijgevel, (DE VOS, Vl. Jong. 60. – 1879)

    …zoo gauw was ’t gedaan om voort te slieren in de dronkene voldaanheid —: ’t was zijn eigen bruiloft dat hij vierde! STIJN STREUVELS, Minneh. 2, 222 (1903)

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:04
    2 reactie(s)

    slieren
    (ww. slierde, heeft geslierd)

    glijden

    < Middelnederlands: ‘slideren’ , onder invloed van ‘sleuren’. Vgl. ook met slijderen

    WNT: Glijden
    - Op ijs of sneeuw.
    - Glijdende danspassen doen, dansen. In Z.-Ndl.

    West-Vl.: sleren

    zie ook: slierbaan

    Het is gevaarlijk op het ijs, want ge kunt beginnen slieren.

    Hij (liep) graag in het spichtig Decembergras of slierde op het oneffen ijs van de goot aan den zijgevel, (DE VOS, Vl. Jong. 60. – 1879)

    …zoo gauw was ’t gedaan om voort te slieren in de dronkene voldaanheid —: ’t was zijn eigen bruiloft dat hij vierde! STIJN STREUVELS, Minneh. 2, 222 (1903)

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:03
    2 reactie(s)

    kreten
    (ww., kreette, gekreet)

    plagen, kreiten

    Zit de hond zo niet te kreten, seffens bijt hij.
    De hond is gekret. (moegeplaagd)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 29 Aug 2014 11:58
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.