Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- Een route kiezen zonder cafés te passeren en aldus onderweg zeker geen geld uitgeven.
- Een binnenweg nemen
We gaan naar huis langs de gierigaard, het is genoeg geweest.
Lochristi: langst den gieregoird goin.
borstspier van de kip, kippenborst
Van Dale 2018 online: BE; kipfilet, fijne vleeswaar met kipfilet als hoofdbestanddeel
Antwerpen: ‘het wit van de kip’ (of van het kieken)
zie ook tweede betekenis kippenwit
Van de kip bevat het kippenwit het meeste vlees.
trottoir, voetpad, stoep
uitspraak in Antwerpen: klik hier
< Frans alentours (les ~) de omgeving, lieux autour: omstreken
oorsprong: De straten hadden geen voetpaden zoals nu, maar de rijken hadden wel een verhoogd wandelpad, voetpad dat ‘aux alentours’ lag (rond het eigendom).
Nog gebruikelijk in het Antwerps dialect.
De kinderen hinkelen oep (op) de lantoer.
voetpad
uitspraak in Antwerpen: klik hier
Lantoor: afkomstig uit het Frans. De straten hadden geen voetpaden zoals nu maar de rijken hadden wel een verhoogd wandelpad, voetpad dat aux allentours lag ofte rond het eigendom. Allentour..lantoor (Antwerps.be)
< verhollandsing, Schoon Vlaams voor lantoer
herkomst: Frans alentours (zie reacties)
Ge moogt niet van de lantoor gaan !
juridischforum.be: Als u verder dan 25 meter gaat staan mag u noch stilstaan noch parkeren want daar is het trottoir ofte lantoor. Ook in de Sint-Kathelijnevest is er zo’n strook.
users.skynet.be: Ik woon na al bekan ting joar in Spanje en ik koam hier gereigeld mense tege oit bellege en antwaarpe en azzek vraag of dasse het woord lantoor kenne dan zender mor weineg die daar oep kunne aantwourde zenne: lantoor is voetpad of trottoir.
1) vrouw met een sullig voorkomen
2) beklagenswaardige, goede vrouw
3) slons, een onverzorgde en slordige vrouw
zie ook slure
Van Dale 2018 online: BE; spreektaal
1. onnozele, sullige vrouw
2. beklagenswaardige, goede vrouw
= ziel
3. slordige, slonzige vrouw
1) Ziet ze daar lopen, de sloor, ge zoudt ze nen euro geven.
2) Die arme sloor verdient bekan niks.
“Ik zag ze geern, ze was een goede sloore, en ze heeft altijd met mij geleefd, mijmerde hij”, Stijn Streuvels
“De arme sloor en de kinderen stierven helaas! van armoede en gebrek”, Teirlinck, Cilia.
3) Kamt uw haren en doet die kapotte t-shirt uit, ge ziet eruit gelijk een sloor.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.