Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    gipsplaaster
    (de ~ (m.), ~s)

    Een plaaster uit gipsverband dat wordt toegepast bij een botbreuk of verstuiking om de lichaamsdelen te fixeren.

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    Hij is van de trap gevallen en heeft nu een gipsplaaster rond zijn gebroken been.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 08 Sep 2021 13:10
    0 reactie(s)

    houten speld
    (de ~, (v), -en)

    houten wasknijper
    de “d” wordt veelal niet uitgesproken

    Plastieken wasknijpers worden echter niet als plastieken spelden bestempeld.

    Clothespin-0157e3

    Het is goed weer. Hang de was op in de tuin, de houten spellen (spelden) staan in de garage.

    Het kleurig lint hangt op, ze kunnen hun kaartjes eraan hangen met houten spelden.

    Regio Waasland
    Bewerking door nthn op 08 Sep 2021 13:07
    1 reactie(s)

    kledij
    (verzamellemma)

    De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.

    kledij:
    aanschieter
    aanstekers
    baai
    bain de soleil
    badkostuum
    blokken
    boi
    botten
    bottinen
    bovenlijfke
    bretellen
    broeksriem
    centuur
    combiné
    cravat
    debardeur
    duffelcoat
    foelaar
    frak
    frennen
    frulleke
    fuck-me-botjes
    gaine
    gilet
    golf
    gordel
    hemd
    hoge col
    kap
    kaptrui
    kaspoesjeir
    kepie
    klak
    kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
    kloef
    kloon
    knop
    kostuum
    kousen
    kousenbroek
    k-way
    lits
    maillot
    manchetknop
    mantel
    marcelleke
    molière
    nestels
    neuke
    onderhemd
    onderlijfke
    onderpull
    onderzip
    overal
    palto
    pantoffels
    pelse frak
    pitteleir
    plastron
    pots
    pression
    pull
    regenscherm
    rijkoord
    sacoche
    salopette
    short
    sjerp
    skibot
    sleffers
    sletsen
    sloefen
    sous-pull
    swieter
    tailleur
    tallon
    tenue
    tiret
    vellen frak
    vest
    veston
    voorschoot
    vriezebroek
    zip
    zot

    werkwoorden:
    aanduffelen
    aanspelen, aanstoten, aantakelen, aantoortelen
    afbiezen, afboorden
    fronsen
    opplooien, plooien
    sletsen
    tailleren

    varia:
    afgeborsteld
    avondkledij
    buil
    col
    coupe regentes
    droogkast
    droogkuis
    gele hesjes
    hiel
    kapstok
    lap
    mottenbol
    neep
    okselvijver
    pince
    smink
    solden
    spullenhulp
    tent
    wasmachien

    uitdrukkingen:
    aangesanderd zijn
    aangetakeld van de kapel
    aanhebben, iets ~ van iemand
    aap met ne pyjama
    broek, aan zijn ~ houden
    broek, de ~ dragen
    ene frak en twee schoenen
    frak, amaai mijne ~
    Jean met de klak
    kiekens, de ~ zitten door den draad
    klak, amai mijn ~
    klak, er met de ~ naar gooien
    kleedje, in een nieuw ~ steken
    klonen, de ~ van iets aanhebben
    kroon, de ~ ontbloten
    met de klak rondgaan
    nestel, zijnen ~ afdraaien
    sloef, op zijn ~en afkomen
    uit een doosje komen
    voorschoot, een ~ groot

    > andere betekenis van kledij

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 Sep 2021 22:12
    2 reactie(s)

    molière
    (de ~ (m.), ~s)

    lage schoen met veters SN: (lage) veterschoenen

    < Belgisch-Frans; in Frankrijk is dit een richelieu

    zie ook verzamellemma kledij

    Halfbrogue (Grenson)

    PS. een zeer ouderwets woord in Nederland, geen jongere die dat nog begrijpt.
    PS 2. in Vlaanderen ook verouderd. Jongeren kennen het niet (toch niet in Antwerpen).

    Ik draag molières met lederzolen tegen het zweten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 Sep 2021 22:11
    0 reactie(s)

    emballeren
    (ww., emballeerde, geëmballeerd)

    inpakken

    in SN/NL wordt ‘emballeren’ enkel gebruikt voor inpakken op grote schaal, in VL ook gewoon voor e cadeauken

    < Frans: emballer

    schrijfvariant: amballeren (zelfde uitspraak)

    zie ook ambeleuzegoed

    Breekbare voorwerpen moeten vóór transport zorgvuldig geamballeerd worden.

    Voor export over zee moet de amballage zeewaardig verpakt worden.

    Als uwe cadeau op niet veel trekt, zorgt dan dat ge het toch op zijn minst schoon emballeert.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 Sep 2021 22:10
    6 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.